T4 doel 2a (GL9E)

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 4

Bienvenue!

à la classe de français

français

néerlandais

Leerdoel

Ik kan:

2a woorden die te maken hebben met reizen correct vertalen (FN en NF)

La compétition entre les groupes

Wat is de
achternaam
van deze jongen?

1. Dupont
2. Arthur
3. manager d'un hôtel
4. dat staat nergens

Wat is de
voornaam
van deze jongen?

1. Dupont
2. Arthur
3. manager d'un hôtel
4. dat staat nergens

Wat wil
deze jongen
later worden?

1. Dupont
2. Arthur
3. manager van een hotel
4. koppelaar

Wat betekent
'voyages'?

1. welke landen hij vandaan komt
2. welke landen hij ooit naartoe wil
3. welke landen hij geweest is
4. welke landen hij manager wil worden

Wat betekent
'langues'?

1. de landen die hij bezocht heeft
2. de talen die hij wil leren
3. de landen die hij ooit wil bezoeken
4. de talen die hij spreekt

maak je eigen 

fiche d'identité

zoek woorden die je niet weet op in www.interglot.nl

laat je fiche aan NIEMAND zien!

Qui est-ce?

Elke groep krijgt een aantal fiches, kies er één van 

presenteer willekeurig (en français!) 

de andere groepen mogen raden (vinger opsteken)

Puntentelling:

1e x goed = + 5 pnt; 1e x fout = -5 pnt

2e x goed = + 2 pnt; 2e x fout = -2 pnt

3e x goed = + 1 pnt; 3e x fout = -1 pnt

Leerdoel

Ik kan:

2a woorden die te maken hebben met reizen correct vertalen (FN en NF)

Om je doel te bereiken maak en leer je GL 9E

Au revoir tout le monde

et à bientôt!

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'je finis'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'nous répondons'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'vous rencontrez'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'il choisit'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'elle parle'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'je vends'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'il va'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord