le passé composé

1 / 25

Slide 1: Diapositive

FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

on va parler du passé composé:

de voltooid tegenwoordige tijd

Slide 2 - Diapositive

de passé composé

gebruik je om gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden gebeurd zijn....

Slide 3 - Diapositive

net als in het Nederlands heb je in het Frans nodig:

een hulpwerkwoord (hebben of zijn)

een voltooid deelwoord

Slide 4 - Diapositive

voorbeeld:

Wij hebben gisteren sushi gegeten

Zij heeft een nieuwe computer gekocht.

Ik ben naar de bioscoop geweest

Slide 5 - Diapositive

in het Frans gaat dat op dezelfde manier:

hulpwerkwoord = avoir of être

voltooid deelwoord

Slide 6 - Diapositive

hoe maak je het voltooid deelwoord?

très simple!

regelmatige werkwoorden op -er:

parler > parlé

regarder > regardé

écouter > écouté

Slide 7 - Diapositive

Heel eenvoudig!

alle werkwoorden worden vervoegd met avoir

behalve.........

En die moet je uit je hoofd leren

want dat zijn er maar heel weinig!

Slide 8 - Diapositive

Er zijn drie ezelsbruggetjes om deze werkwoorden te onthouden:

Slide 9 - Diapositive

ezelsbruggetje 1: de MAARTEN werkwoorden:

Monter

Aller

Arriver

Rentrer

Tomber

Entrer

Naître

<> descendre

<> venir

<> partir

<> retourner

<> rester

<> sortir

<> mourir

Slide 10 - Diapositive

ezelsbruggetje 2: het "être huis"

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

ezelsbruggetje 3: Dr & Mrs Vandertramp

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

BELANGRIJK!

Voor een passé composé heb je dus altijd 2 dingen nodig:

een hulpwerkwoord

een voltooid deelwoord

Slide 15 - Diapositive

regarde la vidéo suivante:

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

résumé

regarde la vidéo

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

vul nu het juiste antwoord in:
Mon frère ................dans un café (travailler)

Slide 21 - Question ouverte

vul nu het juiste antwoord in
Nous ................une pizza (manger)

Slide 22 - Question ouverte

vul het juiste antwoord in
Elle ............ses grands-parents (visiter)

Slide 23 - Question ouverte

vul het juiste antwoord in:
Pierre et Marie .............les livres (trouver)

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo