les 10 futur herh+versch ww tijden+ ww connaître

Les buts et le planning d'aujourd'hui
Ik ken woorden die te maken hebben met toekomst
              Test voca A
Ik kan iets over het verleden, heden en toekomst vertellen.
              Corriger les exercices + quizzzzz
Ik kan het werkwoord connaître vervoegen.
              Faire les exercices
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les buts et le planning d'aujourd'hui
Ik ken woorden die te maken hebben met toekomst
              Test voca A
Ik kan iets over het verleden, heden en toekomst vertellen.
              Corriger les exercices + quizzzzz
Ik kan het werkwoord connaître vervoegen.
              Faire les exercices

Slide 1 - Diapositive

Online squad: 
Als je vragen hebt tijdens de les, zet deze dan in de chat. Ik zal ze niet meteen beantwoorden helaas, maar wanneer men zelfstandig gaat werken dan zal ik ze beantwoorden. 

Alleen als er een alien achter mij staat mag je tijdens het gezamenlijke gedeelte je mic aandoen, anders niet!

Slide 2 - Diapositive

Test voca A via GoFormative
Ga naar goformative.com/join

Voer de code in:
Havo: PU4FK7
Vwo: 9X7NG8
Als het goed is zie je dan een test open staan, deze ga je maken!

Slide 3 - Diapositive

Corriger les exercices 
Havo: 13d+e
Vwo: 13d+14a

Slide 4 - Diapositive

In welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont repartis à Strasbourg
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de imparfait

Slide 5 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
L'année dernière, nous pouvions partir pour faire du ski.
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de imparfait

Slide 6 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Mais nous avons des invités à Noël!
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 7 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Je partirai à la maison bientôt!
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de imparfait

Slide 8 - Quiz

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je partirai
B
Je partais
C
Nous partirions
D
Nous partirons

Slide 9 - Quiz

Verbes en -er
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Nous parlerons
B
Il parlait
C
Je chanterais
D
Je chanterai

Slide 10 - Quiz

Verbes en -re
Welke vorm is NIET correct van de futur simple?
A
Je vendrai
B
Nous vendrons
C
Elle vendrai
D
Ils vendront

Slide 11 - Quiz

Verbes irréguliers
Welke vormen zijn correct?
A
Un jour, je serais architecte
B
Tu verras!
C
A Noël nous serions de la dinde (kalkoen)
D
Vous n'aurez plus faim après ce repas

Slide 12 - Quiz

Au travail avec les devoirs
Vous allez faire l'exercice 26.
Individuellement
Pas de questions

Vous avez fini? 
Prends une photo et mets sur Teams. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive