TIB blok 5, les 1 uitdrukkingen

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal in beeld, blok 5, les 1

Nodig:

boek bladzijde 6 en 7

werkboek, blz 1

wisbordje en stift

Doel van deze les

Ik weet wat een uitdrukking is.

Ik ken enkele uitdrukkingen.

Uitdrukkingen gebruiken

Je kunt iets zeggen en toch iets anders bedoelen. Dan gebruik je een uitdrukking.

In het water vallen betekent niet dat iemand echt in het water valt. Het betekent dat iets mislukt of niet doorgaat.

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles

het klinkt als:

Er kwam geen kip naar de gratis tennisles.

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles

bedoeld wordt:

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles.

UITDRUKKINGEN

Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking

Waar of niet waar?
Als je in de puree zit, heb je teveel gegeten.

1. waar
2. niet waar

Wat betekent:
een toontje lager zingen?

1. Met een hele lage stem zingen
2. veel praatjes hebben
3. een grote mond hebben
4. niet zoveel praatjes hebben

Wat betekent:

Dit zuig ik uit mijn duim.

1. dit doe ik altijd
2. ik zuig op mijn duim
3. ik verzin iets
4. ik vertel een mooi verhaal

Wat betekent:
met de mond vol tanden staan?

1. iemand respecteren hoe hij is
2. doen alsof je van niets weet
3. is het goed tussen die twee
4. maken van niets een groot probleem

Lezen boek en maken:

1. opdrachten 3, 4 en 5 uit je werkboek

2. opdrachten 6, 7 en 8 uit je boek.

Klaar? Zoek in je leesboek naar een uitdrukking! 

Schrijf die op je wisbordje.

Zoek de betekenis op in het woordenboek.