WEBB - 3.4 t/m 3.7

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Terugblik
- Lesdoelen
- Theorie
- Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Opgave 3.3
Evelien heeft een bruto jaarloon van 42.000 euro en er is afgelopen jaar in totaal 12.422 aan loonheffing ingehouden. Zij heeft een hypotheekrenteaftrek van 4.500 euro. Haar algemene heffingskorting is 1.700 en haar arbeidskorting is 3.700. 
Maak gebruik van figuur 3.2 op blz. 20.

Slide 3 - Diapositive

Bereken belastbaar inkomen van Evelien (blz. 20, opdracht 3.3a.)

Slide 4 - Question ouverte

Opgave 3.3a
Evelien heeft een bruto jaarloon van 42.000 euro en er is afgelopen jaar in totaal 12.422 aan loonheffing ingehouden. Zij heeft een hypotheekrenteaftrek van 4.500 euro. Haar algemene heffingskorting is 1.700 en haar arbeidskorting is 3.700. 
Maak gebruik van figuur 3.2 op blz. 20.

bruto jaarloon = 42.000
Aftrekposten = 4.500
Bijtellingen = 0
42.000 - 4.500 = 37.500 euro --> belastbaar inkomen

Slide 5 - Diapositive

Bereken de inkomensheffing die zij moet betalen. Gebruik daarvoor de percentages uit figuur 3.2 en 37.500 euro als belastbaar inkomen

Slide 6 - Question ouverte

Opgave 3.3b
Evelien heeft een bruto jaarloon van 42.000 euro en er is afgelopen jaar in totaal 12.422 aan loonheffing ingehouden. Zij heeft een hypotheekrenteaftrek van 4.500 euro. Haar algemene heffingskorting is 1.700 en haar arbeidskorting is 3.700. 
Maak gebruik van figuur 3.2 op blz. 20.

Belastbaar inkomen = 37.500 euro
Schijf 1 = 37,10%
37500 * 0,3710 = 13.912,50
Afronden naar hele getallen in eigen voordeel, dus 13.912 euro
Heffingskorting ervan aftrekken, dus 13.912-1.700-3.700=8.512 euro

Slide 7 - Diapositive

Te betalen loonheffing = 8.512. Bereken hoeveel zij moet bijbetalen of terugkrijgt van de belastingdienst.

Slide 8 - Question ouverte

Opgave 3.3c
Evelien heeft een bruto jaarloon van 42.000 euro en er is afgelopen jaar in totaal 12.422 aan loonheffing ingehouden. Zij heeft een hypotheekrenteaftrek van 4.500 euro. Haar algemene heffingskorting is 1.700 en haar arbeidskorting is 3.700. 
Maak gebruik van figuur 3.2 op blz. 20.

Te betalen loonheffing = 8.512 euro
Reeds betaalde loonheffing 12.422 euro
12.422 - 8.512 = 3.910 euro terug krijgen!

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kan je het gemiddelde heffingstarief berekenen 
Kan je uitleggen hoe de inkomensverdeling genivelleerd en gedenivelleerd kan worden
Kan je verschillende belastingstelsels omschrijven en onderscheiden

Slide 10 - Diapositive

Waarom zou de overheid hypotheekrente aftrek geven?

Slide 11 - Question ouverte

Belastingstelsels
Proportioneel belastingstelsel
Degressief
belastingstelsel
Progressieve belastingheffing

Slide 12 - Diapositive

Rekenen met tarieven
Emre betaalde op een brutoloon van € 70.000 in totaal € 26.155,14 aan inkomensheffing.

Gemiddelde heffingstarief
Hoeveel procent belasting betaal je, gemiddeld, over elke euro (van je brutoloon).
Het gemiddelde heffingstarief van Emre is (€26.155 : €70.000) x 100% = 37,4%

Marginale heffingstarief
Hoeveel % belasting betaal je over elke extra verdiende euro?
Emre zijn marginale heffingstarief is 49,5%. Als hij één euro meer verdient betaalt hij hier namelijk 49,5% belasting over. 

Slide 13 - Diapositive

Gemiddelde heffingstarief

Gemiddeld heffingstarief = inkomensheffing : brutoloon x 100%

Dus  8.512 : 42.000 x 100% = 20,27%

Slide 14 - Diapositive

Progressief belastingstelsel
Bij een progressief belastingstelsel moet er procentueel meer belasting betaald worden naarmate het inkomen stijgt.

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld proportioneel belastingstelsel

Bij een proportioneel belastingstelsel betaalt iedereen hetzelfde percentage belasting.(Vlaktaks)


Slide 16 - Diapositive

Degressief belastingstelsel
Bij een degressief belastingstelsel wordt er procentueel minder belasting betaald naarmate het inkomen stijgt.

Slide 17 - Diapositive

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 18 - Diapositive

Is het Nederlandse belastingstelsel nivellerend of denivellerend? Verklaar je antwoord

Slide 19 - Question ouverte

Aan de slag
Maken tot en met 3.7
Klaar? Nakijken & maken tot en met 3.10

Slide 20 - Diapositive