verbindingswoorden

verbindingswoorden
Verbinden 2 zinnen met elkaar.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
PAV M&MSecundair onderwijs

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

verbindingswoorden
Verbinden 2 zinnen met elkaar.

Slide 1 - Diapositive

verbindingswoorden of signaalwoorden
Door zinnen met elkaar te verbinden is er meer logica.

Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Maar als een spin drugs heeft gekregen, neemt het web dat ze weeft heel andere vormen aan. 

Slide 2 - Diapositive

verschillende soorten
reden.
omdat, daarom, namelijk
oorzaak.
daardoor
opsomming.
ten eerste, ten slotte
tegenstelling
maar, enerzijds, anderzijds
verklaren
omdat, aangezien, want
toelichten
bijvoorbeeld
Samenvatten
kortom

Slide 3 - Diapositive

Maak een zin met...

Slide 4 - Diapositive

Bekijk nu pagina 47, opdracht 21

Bekijk nu pagina 47, opdracht 21

Slide 5 - Diapositive

Vul de zin verder aan:

Ik kan niet naar school komen, omdat ...

Slide 6 - Question ouverte

Welk voegwoord past in deze zin?
Je mag met de auto rijden ... je bent 18 jaar

Slide 7 - Carte mentale

Welk voegwoord past hier het best.
Je zal goeie punten hebben ...je studeert veel.
A
maar
B
want
C
omdat
D
namelijk

Slide 8 - Quiz

Vul de zin verder aan
Ik ben altijd blij als ...

Slide 9 - Question ouverte

Welk voegwoord past om deze zinnen te verbinden?
Ik sta op. Ik ga douchen. Ik vertrek naar school.

Slide 10 - Carte mentale

Welk voegwoord past hier het best.
Ik moet morgen mijn wekker zetten ... we heel vroeg op school moeten zijn.
A
dus
B
want
C
omdat
D
daarom

Slide 11 - Quiz

Maak nu de oefeningen p. 49-50

Slide 12 - Diapositive