V3 GL6: oefenen werkwoordentoets (2)

Oefenen werkwoordentoets
In deze LessonUp gaan jullie oefenen met de werkwoorden uit jullie stencil.
- faire
- lire
- mettre
- partir
- pouvoir
- werkwoorden op -ir: choisir, rougir & finir
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Oefenen werkwoordentoets
In deze LessonUp gaan jullie oefenen met de werkwoorden uit jullie stencil.
- faire
- lire
- mettre
- partir
- pouvoir
- werkwoorden op -ir: choisir, rougir & finir

Slide 1 - Diapositive

maken/doen
lezen
vertrekken
kunnen
kiezen
eindigen
faire
lire
partir
pouvoir
choisir
finir

Slide 2 - Question de remorquage


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
Nous lisons

Slide 3 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
je mettais

Slide 4 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elles ont pu

Slide 5 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
on fait

Slide 6 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elle est partie

Slide 7 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
il choisira

Slide 8 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
tu finissais

Slide 9 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
vous avez lu

Slide 10 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
ils partaient

Slide 11 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elle a fait

Slide 12 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elles ont rougi

Slide 13 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
je choisis

Slide 14 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
vous lisez

Slide 15 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
nous choisissions

Slide 16 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elles finiront

Slide 17 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
ils lisaient

Slide 18 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
il part

Slide 19 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
tu mettras

Slide 20 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
elle pourrait

Slide 21 - Question ouverte


Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
on a choisi

Slide 22 - Question ouverte


Traduis en français:
wij hebben gemaakt

Slide 23 - Question ouverte


Traduis en français:
zij eindigen (mannelijk meervoud)

Slide 24 - Question ouverte


Traduis en français:
u kiest

Slide 25 - Question ouverte


Traduis en français:
ik heb gelezen

Slide 26 - Question ouverte


Traduis en français:
ik zet

Slide 27 - Question ouverte


Traduis en français:
zij zijn vertrokken (vrouwelijk meervoud)

Slide 28 - Question ouverte


Traduis en français:
wij zouden kunnen

Slide 29 - Question ouverte


Traduis en français:
jij maakt, jij doet

Slide 30 - Question ouverte


Traduis en français:
men heeft, we hebben afgemaakt

Slide 31 - Question ouverte


Traduis en français:
zij zullen lezen (mannelijk meervoud)

Slide 32 - Question ouverte


Traduis en français:
jij hebt gekozen

Slide 33 - Question ouverte


Traduis en français:
ik bloos

Slide 34 - Question ouverte


Traduis en français:
zij zal vertrekken

Slide 35 - Question ouverte


Traduis en français:
hij heeft gekund

Slide 36 - Question ouverte


Traduis en français:
wij hebben gezet

Slide 37 - Question ouverte


Traduis en français:
jij zou afmaken 

Slide 38 - Question ouverte


Traduis en français:
hij zal zetten

Slide 39 - Question ouverte


Traduis en français:
ik heb gebloosd

Slide 40 - Question ouverte