Wk 19 klas 1 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Heb je alles bij de hand?

• Weektaak (studiewijzer)
• Papieren lesboek & markeerstift. Open je boek op paragraaf 5.3 tekst 6
• Rustige werkplek 

Lesdoelen

• Je oefent met het vinden van de hoofdzaken in een tekst: tekstopbouw, tekstdoel, onderwerp, hoofdgeachte, etc. 
• Je oefent je leesvaardigheid.
• Je weet wat je deze week voor NE moet doen. 

Wat we gaan doen:

• Tekst 6 paragraaf 5.3 lezen
  
• Vragen bij de tekst beantwoorden
• Zelfstandig werken 

Lees tekst 6, paragraaf 5.3

Wat is de bron van de tekst?

1. krant
2. tijdschrift
3. internet
4. boek

Wie is de auteur van de tekst?

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?3

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Heeft de tekst een twee- of driedeling?

1. tweedeling
2. driedeling

Welke alinea's behoren tot welk tekstdeel?

Formuleer het onderwerp van de tekst.

Welke tekstsoorten bevatten ook alweer de mening van de auteur?

1. informerende tekst
2. overtuigende tekst
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Welk tekstdoel heeft de auteur van deze tekst?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Neem de zin uit alinea 1 over waar de mening van de schrijver in staat.

Wat is de kernzin van alinea 2?

1. 1e zin
2. 2e zin
3. 3e zin
4. laatste zin

Wat is de kernzin van alinea 3?

1. 1e zin
2. 2e zin
3. 3e zin
4. laatste zin

Waar of niet waar?
De kernzinnen van alinea 2 en 3 zijn argumenten bij het standpunt

1. waar
2. niet waar

Aan welk signaalwoord van alinea 2 kun je zien dat er een eerste bezwaar volgt?

Aan welk signaalwoord van alinea 3 kun je zien dat er nog een bezwaar volgt?

Welk tekstdeel helpt het meest om de hoofdgedachte te formuleren?

1. inleiding
2. kern
3. slot

Vanaf welke alinea krijgt de kern een wending?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Formuleer de hoofdgedachte

Lesdoelencheck

• Je oefent met het vinden van de hoofdzaken in een tekst: tekstopbouw, tekstdoel, onderwerp, hoofdgeachte, etc. 
• Je oefent je leesvaardigheid.
• Je weet wat je deze week voor NE moet doen. 

En nu:

• Zet de weektaak NE op je weekplanner (evt. verspreid)
• Vragen? Blijf even hangen in de online les.
• Zelfstandig verder werken aan de weektaak NE.
• Wanneer je geen vragen meer hebt, mag je de online les verlaten. 
• Succes!