Maatschappijleer| Pluriforme samenleving| Paragraaf 6.4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

6.3 Migratie naar Nederland

Hoofdstuk 6 Pluriforme samenleving

Paragraaf 6.4 Integratie

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les:

Weet jij welke drie mogelijkheden er zijn om je aan te passen aan een nieuwe cultuur.

Weet jij wat integratie is en waarom, hoe de overheid integratie stimuleert.

Weet jij wat assimilatie betekent en kan jij voorbeelden benoemen.

Weet jij wat segregatie betekent en kan jij voorbeelden benoemen. 

Weet jij welke basisafspraken wij in Nederland hebben en waarvoor dit belangrijk is. 

Hoeveel neem je over

• Nieuwe gewoonten, normen en waarden.
• Niet iedere nieuwkomer past zich op dezelfde manier aan. Drie mogelijkheden: 

1. Integratie
2. Assimilatie
3. Segregatie
   

Allebei aanpassen: integratie

• Uitwisseling tussen de subculturen van nieuwkomers en de dominante Nederlandse cultuur.
• Aanpassen aan dominante cultuur maar ook eigen waarden normen en gewoonten gedeeltelijk behouden. 
• Van beide kanten komen.

Zo veel mogelijk aanpassen: assimilatie

• Bijna alles vervangen van de cultuur waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je heen gaat.
• Vernederlandsen
• Verliezen van gewoonten en tradities(herkomst)

Niet aanpassen: segregatie

• Sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen.
• Niet aanpassen aan de dominante cultuur van een land.
• Sterk gescheiden van de dominante cultuur .
• Langs elkaar heen leven.

Wat is 

polarisatie?

Polarisatie:  tegenstellingen tussen twee groepen zijn zo groot dat het problemen oplevert.

In tijden van crisis ontstaat er eerder polarisatie.

Normen en waarden

Discriminatie en racisme

Discriminatie:

Iemand anders behandelen vanwege persoonlijke kenmerken (geslacht, religie, leeftijd)

Racisme:

Is discriminatie maar dan vanwege zijn huidskleur en afkomst.

Wat is discriminatie?

Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of buiten sluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd.

discriminatie

- Vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie:

Mensen ongelijk behandelen terwijl ze in dezelfde situatie zitten.

4

Drie vormen van socialisatie

1. Primair: informele sfeer, zoals ouders en vrienden 
2. Secundair: formele sfeer, zoals werk of school
3. Tertiair: anonieme socialisatoren, zoals media en overheid

Primaire socialisatie

Socialisatie binnen kleinere groepen zoals het gezin of de vriendengroep. Dit proces is vaak informeel. 

Pagina 19 in het boek.

Wat vindt de politiek ervan

• Bijna alle partijen vinden dat nieuwkomers moeten integreren.
• Sociaal-democraten: overheid moet nieuwkomers goed ondersteunen.
• Liberalen: nieuwkomers zijn vooral zelf verantwoordelijk voor integratie.
• FvD en PVV : staan sterk afwijzend tegenover nieuwkomers. 

Basisafspraken

• Om samen te kunnen leven zijn basisregels belangrijk.

Bijvoorbeeld: 

1. De vrijheid van godsdienst.
2. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
3. Verbod op discriminatie.
4. Recht op vrije meningsuiting.

De overheid helpt een handje 

• Stimuleren integratie van nieuwkomers.
• Maatregelen nemen bijv: 

1. Investeren in lessen Nederlands.
2. Stimuleren dat leerlingen op een gemengde school zitten. 

Aan de slag

Hoofdstuk 6 Pluriforme samenleving. 

Paragraaf 6.4 Integratie, opdracht 1 t/m 11. 

Blz. 94 en 95 (tekstboek) & Blz.116 t/m 118 (werkboek)