middeleeuwen

Programma van vandaag
1e uur: Zelfstandig leren voor de toets
2e uur: Quiz LessonUp
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma van vandaag
1e uur: Zelfstandig leren voor de toets
2e uur: Quiz LessonUp

Slide 1 - Diapositive

2e uur:
5 rondes:
1. De standentheorie van Adalbero
2. Kenmerken van middeleeuwse kunst en literatuur
3. Karel ende Elegast & Vanden vos Reynaerde
4. Beatrijs
5. De rederijkers

Slide 2 - Diapositive

Ronde 1/5: De standentheorie van Adalbero

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

OVERZICHT 

Slide 5 - Diapositive

Welk antwoord hoort niet bij de standentheorie van Adalbero?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Dieren
D
Boeren/vissers

Slide 6 - Quiz

Welk antwoord hoort niet bij de stand 'geestelijkheid'?
A
Exempelen
B
Beatrijs
C
Marialegenden
D
Karel ende Elegast

Slide 7 - Quiz

Welk antwoord hoort niet bij de stand 'adel'?
A
Het feodale systeem
B
Bijbelverhalen
C
Karelepiek
D
Vanden vos Reynaerde

Slide 8 - Quiz

Welk antwoord hoort niet bij de stand 'boeren/burgers'?
A
Arthurroman
B
Mariken van Nieuwmeghen
C
Landjuwelen
D
Rederijkers

Slide 9 - Quiz

Ronde 2/5: Kenmerken van middeleeuwse kunst en literatuur

Slide 10 - Diapositive

Welk antwoord is geen kenmerk van middeleeuwse literatuur?
A
De belerende functie
B
Geschreven ter ontspanning
C
Lange teksten

Slide 11 - Quiz

Welk kenmerk zie je NIET terug in de drie verhalen (Karel ende Elegast, Reynaert de Vos en Beatrijs)?
A
Middeleeuwse verhalen zijn op rijm.
B
Middeleeuwse verhalen werden voorgelezen.
C
Middeleeuwse verhalen zijn origineel.

Slide 12 - Quiz

Ronde 3/5: Karel ende Elegast & Vanden vos Reynaerde

Slide 13 - Diapositive

Het verhaal Karel ende Elegast wordt gerekend tot de Karelepiek. Wie speelt de hoofdrol in verhalen die tot de Karelepiek worden gerekend?

Slide 14 - Question ouverte

Juist of onjuist: "Verhalen die tot de Karelepiek behoren, zijn ridderromans."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Juist of onjuist: "De Karelepiek gaat terug op de chansons de gestes (letterlijk: heldenliederen)."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Juist of onjuist: "In een chansons de geste speelt een willekeurig persoon de hoofdrol."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Juist of onjuist: "De chansons de gestes hebben een historische kern."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke twee onderwerpen komen vaak voor in de chansons de gestes?

Slide 19 - Question ouverte

Juist of onjuist: "Het verhaal Karel ende Elegast heeft niets te maken met het heldenepos."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Juist of onjuist: "Het verhaal Vanden vos Reynaerde kan gezien worden als een parodie (een spottende nabootsing van een verhaal/film."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat wordt er bekritiseerd in Vanden vos Reynaerde? Noem twee aspecten.

Slide 22 - Question ouverte

Ronde 4/5: Beatrijs

Slide 23 - Diapositive

Juist of onjuist: "Het verhaal Beatrijs heeft voornamelijk een religieuze boodschap en het behoort daarom tot de geestelijke cultuur van de middeleeuwen."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat is deze religieuze boodschap?

Slide 25 - Question ouverte

Het verhaal Beatrijs is een:
A
exempel
B
Marialegende
C
Bijbelverhaal
D
Arturroman

Slide 26 - Quiz

Ronde 5/5: De rederijkers

Slide 27 - Diapositive

Wie zijn de rederijkers?
A
Opdrachtgevers van verhalen
B
Monniken
C
Leenheren
D
Dichters die zich vanaf de late middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we de verenigingen waar de rederijkers bij elkaar kwamen?
A
redekamers
B
rederijkerszalen
C
kamers
D
rederijkerskamers

Slide 29 - Quiz

Welk verhaal is geschreven in de tijd van de rederijkers?
A
Beatrijs
B
Mariken van Nieumeghen
C
Karel ende Elegast
D
Vanden vos Reynaerde

Slide 30 - Quiz

Toneelwedstrijden waar meerdere rederijkerskamers aan deelnamen noemen we:
A
reformatie
B
rederijkers
C
landjuwelen
D
juwelen

Slide 31 - Quiz

Einde! Hoe vond je het gaan?
Dit was:
A
een makkie!
B
best te doen.
C
lastig!

Slide 32 - Quiz