Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Leestekens: Waarom zijn ze belangrijk?
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan de leerling leestekens correct toepassen.
Slide 2 - Diapositive
Introduceer het leerdoel van de les en leg uit wat de leerlingen zullen leren.
Wat weet je al over het correct toepassen van leestekens?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn leestekens?
Leestekens zijn tekens die gebruikt worden om de structuur en betekenis van zinnen duidelijk te maken.
Slide 4 - Diapositive
Leg uit wat leestekens zijn en waarom ze belangrijk zijn in geschreven taal.
De punt (.)
De punt wordt gebruikt aan het einde van een zin.
Slide 5 - Diapositive
Leg uit hoe de punt gebruikt wordt en geef voorbeelden.
Het vraagteken (?)
Het vraagteken wordt gebruikt aan het einde van een vraag.
Slide 6 - Diapositive
Leg uit hoe het vraagteken gebruikt wordt en geef voorbeelden.
Het uitroepteken (!)
Het uitroepteken wordt gebruikt om nadruk te leggen op een zin of om een uitroep te benadrukken.
Slide 7 - Diapositive
Leg uit hoe het uitroepteken gebruikt wordt en geef voorbeelden.
De komma (,)
De komma wordt gebruikt om pauzes aan te geven en om items in een lijst te scheiden.
Slide 8 - Diapositive
Leg uit hoe de komma gebruikt wordt en geef voorbeelden.
Het dubbele punt (:)
Het dubbele punt wordt gebruikt om een voorbeeld, citaat of lijst te introduceren.
Slide 9 - Diapositive
Leg uit hoe het dubbele punt gebruikt wordt en geef voorbeelden.
De puntkomma (;)
De puntkomma wordt gebruikt om twee gerelateerde zinnen te scheiden.
Slide 10 - Diapositive
Leg uit hoe de puntkomma gebruikt wordt en geef voorbeelden.
De aanhalingstekens (")
Aanhalingstekens worden gebruikt om directe spraak of citaten te markeren.
Slide 11 - Diapositive
Leg uit hoe aanhalingstekens gebruikt worden en geef voorbeelden.
De apostrof (')
De apostrof wordt gebruikt om bezit of weglating aan te geven.
Slide 12 - Diapositive
Leg uit hoe de apostrof gebruikt wordt en geef voorbeelden.
Het haakje ()
Haakjes worden gebruikt om extra informatie in een zin te plaatsen.
Slide 13 - Diapositive
Leg uit hoe haakjes gebruikt worden en geef voorbeelden.
Het koppelteken (-)
Het koppelteken wordt gebruikt om samengestelde woorden te verbinden.
Slide 14 - Diapositive
Leg uit hoe het koppelteken gebruikt wordt en geef voorbeelden.
De schuine streep (/)
De schuine streep wordt gebruikt om alternatieven aan te geven.
Slide 15 - Diapositive
Leg uit hoe de schuine streep gebruikt wordt en geef voorbeelden.
Oefening
Geef de leerlingen een oefening om de leestekens correct toe te passen in een tekst.
Slide 16 - Diapositive
Geef de leerlingen een oefening om de leestekens correct toe te passen in een tekst.
Samenvatting
Leestekens zijn belangrijk om de structuur en betekenis van zinnen duidelijk te maken. Door het correct toepassen van leestekens wordt de geschreven taal begrijpelijker.
Slide 17 - Diapositive
Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk waarom leestekens belangrijk zijn.
Vragen
Zijn er nog vragen over het correct toepassen van leestekens?
Slide 18 - Diapositive
Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en zorg ervoor dat ze allemaal begrijpen hoe de leestekens gebruikt worden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.