Past perfect

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

remember?

Past simple:

ww+ ed/2e rijtje onr. ww Blz. 233

gebeurtenis  op vast punt in verleden

Past Simple

PAST SIMPLE

Past perfect

had+ voltooid deelwoord

voltooid deelwoord=  ww+ed/ 3e rijtje

regel

Geeft aan dat iets vóór een bepaald moment of vóór een andere gebeurtenis in het verleden heeft plaats gevonden.

Vaak in dezelfde zin als een past simple.

past simple & past perfect

Past simple + past perfect: 

voorbeeld

He had walked the dog before he  went to school.

Had your parents already left, when you came home?

Zoals je ziet:

datgene dat in de zin eerst gebeurde krijgt de past perfect

datgene  dat in de zin daarna gebeurde krijgt past simple.

De past perfect
gebeurde eerst,
daarna de past simple

1. waar
2. niet waar

PAST PERFECT:
Welke zin gebruikt de Past Perfect?

1. I watched my brother leave the store.
2. I was watching tv when he left the store.
3. I have just watched him leaving the store
4. I had watched him leaving the store when I spoke to you.

Past perfect/past simple:
After he (finish) school, he (work) for a magazine

1. finished/had worked
2. had finished/worked

Past perfect/past simple:
Before they (move) to Liverpool, they (sell) everything

1. Moved/had sold
2. had moved/sold