Past simple vs present perfect

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

We hebben onze kleren
gewassen

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. Iets moet nog gebeuren
2. Iets op een specifiek moment is gebeurd
3. Het is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer

Present perfect

Iets is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer 

Iets is in het verleden begonnen, is nog bezig (for/since)

Iets is nog (net) niet gebeurd (yet)

Iets is in het verleden gebeurd, nu resultaat 

We have washed our clothes (and now they're clean)

Vorm

• Have of has (he / she / it) + voltooid deelwoord
• Voltooid deelwoord:

1. regelmatig: werkwoord + ed  (have finished)
2. onregelmatige vorm: CB p. 149, 3e rijtje (have seen)

Gisteren hebben we
onze kleren gewassen

Wanneer gebruik je de past simple

1. Iets is in het verleden gebeurd, belangrijk wanneer
2. Iets was gisteren even aan de gang
3. Iets moet nog gebeuren

Past simple

Iets is in het verleden gebeurd, belangrijk wanneer

VB: yesterday, last week, a year ago

Yesterday we washed our clothes

Vorm

1. regelmatig: werkwoord + ed  (finished)

2. onregelmatige vorm: CB p. 149, 2e rijtje (saw)

Vraagzin: Did + hele ww (Did you finish your homework?)

Ontkennend: Didn't + hele ww (No, I didn't finish my homework)

Last week I ____ for a test

1. was studying
2. studyd
3. studied

I ______ my sister when I was young

1. don't like
2. didn't like
3. wasn't liking

____ you ____ (see) your friends last summer?

Ik at te veel paaseitjes op zondag

Write down what
you did yesterday

Last week I studied for a test

1. present perfect
2. past simple

He hasn't eaten anything yet

1. present perfect
2. past simple

I ______ my sister when I was young

1. don't like
2. didn't like
3. wasn't liking

____ your sister ____ that new movie already?

1. Has seen
2. Does see
3. Did see

Wat is het verschil tussen de past simple & de present perfect?