L3 Spelling van het werkwoord

• ANT2+
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Les 3: Spelling van het werkwoord

Hoe vind je de persoonsvorm (PV) in een zin?

cursus p. 28

Wat vind je in de huis kamer?

1. correcte spelling
2. foute spelling

Fragment belspel

- Welke indruk maakt de presentatrice met haar tussenkomst?

- Vind je het erg dat ze deze fout maakt?

Bespreek met je buur.

Vul de zin 'Wat vind je in de huiskamer?' aan met een woord, zodat je 'vindt' kan schrijven.

'Wat vind je in de huiskamer?'
In welke tijd staat het werkwoord hier?

1. voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
2. voltooid verleden tijd (vvt)
3. onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)

Herschrijf de zin in de onvoltooid verleden tijd.

p. 29 (5)

Jouw werkwoordspelling?

Geef een voorbeeld van iets wat je vaak fout doet of waaraan je vaak twijfelt. 

Denk hierbij zeker aan de zelftest!

Fragment Ruud Hendrickx

Vul de twee spellingsregels aan die Ruud Hendrickx uitlegt. 

Waarom net die twee regels?

Hoe vind je de stam van aan werkwoord?

p. 29 (6c)

Geef telkens de stam van de werkwoorden. 

Diddit: zelftest

Ga naar Diddit. De leerkracht geeft je verdere instructies. 

p. 30 (6d)

Pas nu de regels toe in de oefening. 

Gebruik de pv in de ott of voltooid deelwoord vd. 

p. 31 (7)

Vul in met t, d, , dt, tt of dd.

p. 32 (8)

De dt-toets komt eraan! We omzeilen vandaag samen een buis, maar het water staat woelig.

Wie vandaag de codes vindt, zal een zwemvest krijgen om niet te verdrinken tijdens de toets...