Hoe overleef ik mijn vakantie in Spanje - clase 3

Clase 3
Hoe overleef ik mijn vakantie 
in Spanje?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Clase 3
Hoe overleef ik mijn vakantie 
in Spanje?

Slide 1 - Diapositive

Programa de hoy
  • Objetos vacaciones
  • Verbos importantes
  • Países hispanohablantes
  • Uitleg eindopdracht

Slide 2 - Diapositive

Objetos vacaciones

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Me voy de vacaciones y me llevo...

Slide 5 - Diapositive

Ser = zijn (ser de = komen uit)
yo
soy
eres
él, ella, usted
es
nosotros
somos
vosotros
sois
ellos, ellas, ustedes
son

Slide 6 - Diapositive

Ser
Ser = zijn (identiteit)
  • Soy italiano / italiana.
  • España es un país muy bonito.

Ser de = komen uit
  • Ellos son de Costa Rica
  • ¿De dónde eres?

Slide 7 - Diapositive

¿De dónde eres?
¿De dónde es tu familia?

Slide 8 - Question ouverte

Tener = hebben
yo
tengo
tienes
él, ella, usted
tiene
nosotros
tenemos
vosotros
tenéis
ellos, ellas, ustedes
tienen

Slide 9 - Diapositive

Tener
Tener = hebben
  • ¿Tenéis los pasaportes?
  • Tenemos vacaciones en julio y agosto.

Tener ... años = leeftijd
  • ¿Cuántos años tienes?
  • Mi abuelo tiene 89 años.

Slide 10 - Diapositive

Ir = gaan
yo
voy
vas
él, ella, usted
va
nosotros
vamos
vosotros
vais
ellos, ellas, ustedes
van

Slide 11 - Diapositive

Ir
Ir a + bestemming = gaan naar
  • Vamos a la playa.

Ir en + voertuig = gaan met
  • Voy en autobús.

Ir a + werkwoord = gaan doen
  • Juan va a bailar

Slide 12 - Diapositive

¿Dónde hablan español?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Vooruitblik eindopdracht
Je maakt een folder voor een rondreis in het Spaans met minimaal:
- Algemene informatie over de reis (soort reis, verblijfplaats(en), kosten, duur, het weer ter plekke, een paklijst, etc.)
- Informatie over de plaatsen waar je naartoe gaat en hoe je daar komt.
- Activiteiten die er onderweg te doen zijn.

Je mag de opdracht uitbreiden met:
Wat je kunt en wilt! Bijvoorbeeld een ervaring van iemand die de reis gemaakt heeft, tips voor een lekker restaurant, een interessant weetje...

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Ahora
https://www.profedeele.es/actividad/vocabulario/paises-lenguas-nacionalidades/

Slide 18 - Diapositive