V4 - week 14 - les 1, 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3-5

V4 - Woche 14 - Stunde 1

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 1 & 2

Vokabeln: (10 Min.)

• K4 L2 (D-N) + Aufgabe 12

Lesen: (20 Min.)

• K4 L1 Aufgabe 8 (S.152)

Grammatik: (30 Min.)

• Steigerungsstufen und Vergleichswörter + Aufgabe 9, 10, 11
  

Schreiben: Toets besprechen

Ziele

Du lernst neue Vokabeln und erweiterst deine Wortschatz. 

Je kunt belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen. 

Je kunt zaken met elkaar vergelijken in het Duits door de trappen van vergelijking in te zetten. 

Vokabeln - K4 L2 (N-D)

Besprechen: Lektion 2 (D-N) S.189

Machen: K4 L1 Aufgabe 12 S.156

Lesen-Mit Kollegen spricht man nicht übers Gehalt

Gemeinsam: besprechen Titel, Strategie + Fragen

Machen: K4 L1 Aufgabe 8 (S.152)

Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

Hilfsmittel: Wörterbuch D-N

Fertig = lernen K4 L1 & 2 Vokabeln N-D

Steigerungsstufen

De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken. Naast (1) de stellende trap (mooi) heb je (2) de vergrotende trap (mooier) en (3) de overtreffende trap (mooist). 

Van bijvoeglijke naamwoorden (zoals mooi) kunnen dus vormen worden afgeleid (mooier, mooist) die aangeven of de eigenschap sterk aanwezig is of zelfs heel sterk aanwezig is. 

die drei Steigerungsstufen

1.  (positiv)            de stellende trap            schnell 

2. (komperativ)  de vergrotende trap     schneller  --> stellende trap + er

3. (superlativ)     de overtreffende trap  schnellst  --> stellende trap + st

Wat is de vergrotende trap van 'kalt'?

1. kalter
2. kälter
3. kältest
4. kaltest

Wat is de overtreffende trap van weit?

1. weit
2. weiter
3. weitst
4. weitest

Kies de vergrotende trap:
gern, ...

1. gerner
2. lieber

Kies de overtreffende trap:
viel ...

1. mehr
2. vieler

Meine Schwester ist ...
als ich!

1. kleinest
2. kleinerest
3. kleiner
4. klein

Jan ist lang, Johen ist ...aber Fritz ist am längsten

1. langer
2. länger

Wir sind .... alt.

1. als
2. wie
3. gleich

Du bist schneller.... ich.

1. als
2. wie
3. gleich

Das Leben in einer Großstadt ist teurer .... in diesem Dorf.

1. als
2. wie
3. gleich

Der Berg ist genauso hoch ... jener.

1. als
2. wie
3. gleich

Die beiden Freundinnen sind ... alt.

1. als
2. wie
3. gleich

Grammatik: Steigerungsstufen

Machen: K4 L1 Aufgabe 9, 10, 11 (S.155)

Hilfsmittel: Spickzettel Grammatik (Vakboekje), Arbeitsbuch

Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

Fertig = Lernen Vokabeln Lektion 1 & 2 (D-N)

Nächste Stunde

Weißt du es noch?

Hören: K4 L2 Aufgabe 15

Lesen: K4 L2 Aufgabe 16 - 21

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

Auf dem Tisch

Klaarleggen:

• Arbeitsbuch + Fachbuch
  
• Heft 
  
• Stift
  

Planung Stunde 2

Weißt du es noch?

Hören: Interview mit dem Schuldenberater Markus Graetzer + Aufgabe 15

Lesen: K4 L2 Aufgabe 16 - 21

Toets Schreiben besprechen

Ziele

Je leert nieuwe Vokabeln en verbreedt je woordenschat. 

Je kunt feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen. 

Je kunt de hoofdpunten begrijpen in tv-programma's over vertrouwde onderwerpen. 

Weißt du es noch? Steigerungsstufen

Lees de zin en vertaal de woorden tussen haakjes. Gebruik de volgende woorden: billig – hübsch – oft – schön – teuer                                                             (UITlEG S.163)

1. Diese Hose ist echt (duurder dan) diese.    _______________________________ 

2. Der Rock ist (het goedkoopst).                        _______________________________

3. Die Mädchen sind beide sehr (mooi).           _______________________________

4. Die älteste Schwester ist (het knapst)         _______________________________

5. Wollen wir uns (vaker) treffen?                         _______________________________

Hören - Interview mit einem Schulderberater 

--> K4 L2 Aufgabe 15 (S.157)

--> Was ist ein Schuldenberater denkst du? 

• Lesen: Fragen 1 - 9 (2 Minuten). Markiere die unbekannten Wörter. 
  
• Hören: Text + wählen R oder F
  

Lesen - Was erfolgreiche Webshops ausmacht

Gemeinsam: Strategie besprechen 

Lesen und machen: K4 L2 Aufgabe 16 - 21 (S.158)

Zeit: 20 Minuten, danach besprechen

Fertig = leren weektaak K4 Lernliste L1 & L2 (D-N)

Nächste Stunde

Overhoren: K4 L2 (D-N)

Vokabeln: K3 L3 (N-D)

Grammatik: Reflexivpronomen und Verben + Aufgabe 25, 26

Lesen: K4 L2 Aufgabe 23, 24

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.