Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Omgaan met allerlei mensen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
SOCIALISATIE
Je leert je in elke groep waar jij lid van bent te gedragen zoals het hoort.
Wanneer jij je niet aan de groep normen en waarden houdt kun je in de problemen komen.
Slide 3 - Diapositive
Een ander woord voor socialisatie is opvoeding. Leg uit wat het woord opvoeding betekent.
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Normen en waarden verschillen
Normen en waarden van verschillende culturen of zelfs huishoudens botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.
Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden
Norm: Als de bus aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat je zelf instapt.
Waarde: Geduld
Slide 8 - Diapositive
Voorbeelden
Norm: Als je in- en uit de lift stapt, groet je de anderen in de lift
Waarde: Beleefdheid
Slide 9 - Diapositive
Voorbeelden
Norm: Als de kassamedewerker je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je het weer terug
Waarde: Eerlijkheid
Slide 10 - Diapositive
Voorbeelden
Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, doe je dit ook echt
Waarde: Trouw
Slide 11 - Diapositive
Nu jij
Bedenk zelf drie normen die jij belangrijk vindt en geef daarbij de waarde aan.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Groepsnormen
Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.
Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.
Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"
Slide 14 - Diapositive
Koffie drinken omdat je dat lekker vindt is een voorbeeld van groepsdruk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Wat zijn waarden?
Slide 16 - Diapositive
Waarden =
De principes of uitgangspunten die
je belangrijk vindt
in het leven
Slide 17 - Diapositive
Wat zijn normen?
Slide 18 - Diapositive
Normen =
Regels hoe jij en anderen zich
moeten gedragen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Waarden zijn?
A
Dingen die jij als persoon of groep belangrijk vindt
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden
Slide 21 - Quiz
Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Geschreven en ongeschreven regels
Slide 22 - Quiz
Norm
niet liegen
Waarde
Eerlijkheid
Slide 23 - Diapositive
Welke norm hoort er bij de waarde VRIENDELIJKHEID
Slide 24 - Question ouverte
OPDRACHT
Omschrijf in een klein verslag welke normen en waarden jij bent tegengekomen tijdens je stage. Geef voorbeelden en zijn er normen en waarden waar je het niet mee eens bent? Vertel waarom..