online les 21 woordsoorten + beknopte bijzin + voorz vw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

Les over beknopte bijzin, voorzetsel voorwerp, bijvoeglijke bijzin en woordsoorten.

Planning/belangrijke data!

• 15 juni laatste moment dat ik in tio-schrijft kijk. Alles wat daarna nog komt neem ik niet mee in de beoordeling.
• 18 juni (13:15 uur lokaal 124) - eindtoets grammatica/spelling/stijlfiguren.
• 19 juni diataal toets om 13 uur in ateliertijd! 

Lesdoel

• Uitleg van en oefenen met de beknopte bijzin om dit beter te begrijpen.
• Voorzetsel voorwerp begrijpen.
• Bijvoeglijke bijzin nogmaals herhalen.
• Oefenen met woordsoorten om dit beter te begrijpen.

zinsdelen

woordsoorten

onderwerp

lijdend voorwerp

persoonsvorm

meewerkend voorwerp

gezegde

bijwoordelijke bepaling

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

voorzetsel

voornaamwoord

Gebruik dit rijtje ook op de toets bij het ontleden van zinnen!

Wat is het voorzetselvoorwerp in de volgende zin?
Ik waarschuwde haar voor de gevolgen.

1. Ik waarschuwde
2. voor
3. voor de gevolgen
4. er zit geen voorzetselvoorwerp in.

Wat is belangrijk om te weten bij een voorzetselvoorwerp (2 dingen)?

Voorzetsel vw of bijwoordelijke bepaling?
Zij heeft veel plezier in haar nieuwe baan.

1. zij heeft veel plezier = voorz vw
2. in haar nieuwe baan = bijw bep
3. zij heeft veel plezier = bijw bep
4. in haar nieuwe baan = voorz vw

Beknopte bijzin herhaling

Drie soorten beknopte bijzinnen:

•     met te + infinitief
•     met een voltooid deelwoord
•     met een onvoltooid deelwoord
  
  1. Zonder te stoppen haalde zij de finish.
  2. Door goed gewerkt te hebben, kreeg hij promotie.
  3. Balend van de wissel, schopte ze tegen een flesje.

   

Juiste beknopte bijzin of niet?
Hard lopend werden de boeven door de politie in de gaten gehouden.

1. juist
2. niet juist
3. Er staat geen beknopte bijzin in.
4. weet ik niet

Juiste beknopte bijzin of niet?
Reagerend op uw e-mail ontvangt u hier de door u gevraagde folders.

1. juist
2. onjuist
3. Er staat geen beknopte bijzin in.
4. weet ik niet

Juiste beknopte bijzin of niet.
Na het gat ontdekt te hebben waarschuwde hij de dijkbewaking.

1. juist
2. onjuist
3. Er staat geen beknopte bijzin in.
4. weet ik niet.

Bijvoeglijke bijzin herhaling

Let op het betrekkelijk voornaamwoord!

• Het kind, dat daar kruipt, is mijn neefje.
• De jongen, die zo aardig is.
• De leraar, die zo moeilijk doet.
• Het netjes eten, wat zo lastig gaat.
  Maak nu zelf een bijvoeglijke bijzin van:
  
  1. De ontzettend aardige leraar gaf een compliment.
  2. De slecht uitgeruste leerling dronk teveel energiedrank.

Bedenk zelf eens een zin met een bijvoeglijke bijzin.

Woordsoorten oefenen

Op kinderen die van weglopen houden moet je goed letten.

1. op = voorzetsel van = voorzetsel
2. op = voorzetsel van = bijwoord
3. op = bijwoord van = voorzetsel
4. op = bijwoord van = bijwoord

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijwoord
3. Werkwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Wij hebben ons vergist.
Ons =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. wederkerend voornaamwoord
4. wederkerig voornaamwoord

Wij begrijpen elkaar als geen ander.
elkaar = ..........

1. wederkerend voornaamwoord
2. wederkerig voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. nevenschikkend voegwoord

Wil jij wat drinken?
wat = .......

1. persoonlijk voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. betrekkelijk voornaamwoord

Wat heb je geleerd en wat wil je nog (beter) leren?