Organen en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom bij biologie 

Klas M3

Kom rustig binnen in het lokaal​

Jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​ zijn opgeborgen

Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​

​

Levenskenmerken

• voortplanten
• groeien
• ontwikkelen
• reageren op prikkels
• bewegen
• voeden
• stofwisseling
• ademhalen
• uitscheiden

De 9 levenskenmerken op een rij

Levende wezens
vertonen 7 levenskenmerken.
De levenskenmerken zijn:

1. Waarnemen, ademhalen, voortplanten, uitscheiden, groeien, voeden, bewegen.
2. Waarnemen, ademhalen, verplanten, uitscheiden, groeien, voeden, ontwikkelen.
3. Waarnemen, ademhalen, voortplanten, uitgaan, groeien, voeden, ontwikkelen.
4. Waarnemen, fietsen, ademhalen, boodschappen doen, uitscheiden, groeien, voeden.

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos
4. Organisme

Wat zijn levenskenmerken?

1. hoe groot en zwaar een organisme is
2. kenmerken van een levend organisme
3. de ontwikkeling van een organisme

Wat is GEEN levenskenmerk

1. Ademhalen
2. Groeien
3. Ouder worden
4. Waarnemen

Plassen is een levenskenmerk, de levenskenmerk die hierbij hoort is:

1. Voeding
2. Uitscheiding
3. Ademhaling

Welk levenskenmerk is een voorbeeld van het levenskenmerk 'reageren op prikkels'

1. Ademhaling
2. Uitscheiding
3. Groei
4. Beweging

Paragraaf 2 

CHROMOSOMEN

CELKERN: COMMANDOCENTRUM

chromosomen 

• Dit is een chromosomenportret
• Mensen hebben 23 paren chromosomen.
• Totaal 46 chromosomen.
• De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

MITOSE EN MEIOSE

• GEWONE CELDELING OFWEL MITOSE: VOOR GROEI EN HERSTEL MOETEN NIEUWE CELLEN GEMAAKT WORDEN.

• REDUCTIEDELING OFWEL MEIOSE: REDUCTIE OFWEL VERMINDERING VAN HET AANTAL CHROMOSOMEN OM GESLACHTSCELLEN TE MAKEN.

CELDELING: ALGEMEEN

MITOSE

sTAP 1: KOPIËREN

STAP 2: SPIRALISEREN

STAP 3, 4 EN 5: LOSKOPPELING DNA-KETENS / ELKE DOCHTERCEL KRIJGT EEN KOPIE VAN HET CHROMOSOOM

STAP 5 EN 6: NIEUW CELMEMBRAAN TUSSEN DOCHTERCELLEN

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.

In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt > alle lichaamscellen (behalve de geslachtscellen) hebben 46 chromosomen

Zelfstandig werken

Maken basisstof 1 t/m 4

Nakijken van basisstof 1 t/m 4

Welkom bij biologie 

Klas M3

Kom rustig binnen in het lokaal​

Pak je boeken en schoolspullen erbij​ begin vast met basisstof 5 en 6

Jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​ zijn opgeborgen

Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​

​

MITOSE EN MEIOSE

• GEWONE CELDELING OFWWEL MITOSE: VOOR GROEI EN HERSTEL MOETEN NIEUWE CELLEN GEMAAKT WORDEN.

• REDUCTIEDELING OFWEL MEIOSE: REDUCTIE OFWEL VERMINDERING VAN HET AANTAL CHROMOSOMEN OM GESLACHTSCELLEN TE MAKEN.

CELDELING: ALGEMEEN

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.

In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt > alle lichaamscellen (behalve de geslachtscellen) hebben 46 chromosomen

Zelfstandig werken

Maken basisstof 5 en 6

Nakijken van basisstof 1 t/m 6

Welkom bij biologie 

Klas T3

Kom rustig binnen in het lokaal​

Doe je telefoon in de telefoontas​

Pak je boeken en schoolspullen erbij​ begin vast met basisstof 5 en 6

Jassen/capuchons, eten & drinken, petten & mutsen​ zijn opgeborgen

Tijdens de uitleg is het stil, daarna werken volgens de instructie van de docent​

​

Microscopie

Wat is de functie van een microscoop?

0

Leg het preparaat tussen de preparaatklemmen op de kruistafel 

van de microscoop. Schuif het preparaat naar achter.

Je legt het preparaat NIET onder de klemmen!

Zorg dat je preparaat recht boven 

de opening in de tafel komt te liggen, verplaats de kruistafel.

Hier zie je de 'aanwijsnaald'. De naald is een hulpmiddel

Verplaats de kruistafel van je microscoop:

Wat je wilt bekijken, is heel dichtbij de punt van de aanwijs-naald. Stel scherp bij 40 x! Gebruik de grote stelschroef.

Daarna kun ga je verder vergroten.

Als je dit ziet, zie je vooral veel luchtbellen. Dat is nooit de bedoeling.

Je hebt het preparaat niet goed gemaakt

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Vergroten

Oculair x Objectief = 

     10 x 4 = 40 x

    10 x 10 = 100x

    10 x 40 = 400 x 

Totale vergroting  = 
Vergroting oculair x vergroting objectief

bv. 10 x 40 = 400x 

Schematische tekening

• de schematische tekening van het beeld is ongeveer 7 cm  bij 7 cm groot
• teken strakke lijnen (niet schetsen)
• teken wat je ziet (gum zo weinig mogelijk, er zijn geen gumlijnen te zien) - niets verzinnen!
• vul het bijschrift in
• gebruik een scherp hb-potlood
• druk niet te hard / niet te zacht/ niet te dik
• teken met gesloten lijnen
• niet inkleuren wat je getekend hebt
• de verhoudingen goed weergeven

Deze leerling tekende ook hetzelfde beeld. Prima!

WEL goed :)

Niet goed :(

Een leerling zag dit beeld en maakte veel fouten bij het tekenen

Deze leerling heeft zelfs iets getekend dat helemaal niet te zien was. Dat mag niet!

Je mag niets verzinnen. Teken wat je ziet!

Een andere leerling zag precies hetzelfde.

Ook deze leerling maakte allemaal fouten

Niet goed :(

Niet goed :(

Zelfstandig werken

Afmaken basisstof 1 t/m 6

Nakijken basisstof 1 tm 6  (online/magister)

Maken examenopgave blz. 70 (boek)

Diagnostische toets (online)