Les 4, Hoofdstuk 3.2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij NASK

Klas 1

Hoofdstuk 3: Verbranden en Verwarmen

Planning Periode 3

Les 1 = 3.1

Les 2 = 3.1

Les 3 = 3.2

Les 4 = 3.2

Les 5 = Herhalen + Nakijken

Les 6 = SO 3.1-3.2

Les 7 = 3.3

Les 8 = 3.3

Les 9 = 3.4

Les 10 = 3.4

Les 11 = 3.5

Les 12 = 3.5

Les 13 = SO 3.3-3.5

Planning

Hoofdstuk 3.2 - Warmte en Milieu

• Herhaling vorige les
• Uitleg: Broeikaseffect
• Zelfstandig werken

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je deze vragen beantwoorden:

• Wat is er nodig bij een verbranding?
• Wat is het broeikaseffect?
  

• Hoe maakt verbranding de aarde warmer?

Warmtebronnen

De meeste gebouwen worden verwarmd door een Centrale Verwarming.

Chemische warmtebron

• Maakt warmte door stoffen te verbranden.
  Bijvoorbeeld een open haard of gasfornuis
  Brandstoffen zoals: Hout, Steenkool of Aardgas

Elektrische warmtebron

• Maakt warmte door elektriciteit.
  Bijvoorbeeld een föhn of strijkijzer

Fossiele brandstoffen

Deze stoffen zijn ontstaan uit dode planten en dieren.

Je haalt ze diep uit de grond.

Ze verbranden makkelijk.

• Steenkool

• Aardolie

• Aardgas

3.2: Warmte en milieu

Wat heb je nodig voor een verbranding?

• Brandstof (hout, fossiele brandstoffen)
• Zuurstof
• Ontbrandingstemperatuur

Welke soorten verbrandingen zijn er?

Onvolledige verbranding

• Te weinig zuurstof
  
• Ontstaat roet + koolstofmonoxide

Volledige verbranding

• Genoeg zuurstof
  
• Ontstaat waterdamp + koolstofdioxide
  

Het broeikaseffect

Door koolstofdioxide in de lucht kan de warmte van de zon in de nacht niet helemaal weg, hierdoor blijft de aarde warm.

 

Het broeikaseffect

Broeikaseffect:

De warmte van de zon kan in de nacht niet helemaal weg, hierdoor blijft de aarde warm. 

Versterkt broeikaseffect:

Door verbranding van fossiele brandstoffen wordt de deken van koolstofdioxide te dik.

Hierdoor stijgt de temperatuur op aarde.

Gevolgen van de klimaatverandering

IJsmassa's (gletsjers, poolijs) smelten sneller.

Waterpeil in rivieren en zeeën zal stijgen.

Meer droogte

Meer woestijnen

Meer bosbranden

Uitsterven van diersoorten

Zelfstandig werken

Maken:

Hoofdstuk 3.2 (blz. 112)

Opdrachten 1 t/m 17