Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
doel;
3.03 Ik kan met enige precisie diverse materialen en gereedschappen gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Noem een voorbeeld van een klei animatie die je op TV hebt gezien.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een Stop motion?
Slide 5 - Carte mentale
STOP MOTION
Een techniek die erg lijkt op het maken van een getekende animatie. Het verschil is dat je de frames niet tekent maar fotografeert. Wanneer je de foto's achter elkaar afspeelt krijg je een beweging.
Slide 6 - Diapositive
Opdracht: inspirerende stop-motion video
Zoek een inspirerende lego-stop-motion video op internet.
Omschrijf de volgende kenmerken:
Waar gaat het over ?
Welke personages zitten de video?
Welke materialen worden gebruikt? en waarvoor?
Wat vind je inspirerend?
timer
10:00
Slide 7 - Diapositive
Wat heb je allemaal nodig om een stop-motion animatie te maken?
Slide 8 - Question ouverte
Opdracht: stop motion
Verhaal
Personages
Storyboard
Decor
Opnames maken
Editen
Slide 9 - Diapositive
Verhaalopbouw
Begin situatie
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Verhaalopbouw
Beginsituatie
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Slide 10 - Diapositive
Verhaalopbouw
Begin situatie
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Verhaalopbouw
Begin
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Slide 11 - Diapositive
Verhaalopbouw
Begin situatie
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Opdracht:
Bedenk in een drietal het onderwerp en verhaal voor jullie eigen stop-motion a.d.h.v. 5 stappen van verhaalopbouw.
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
Verhaalopbouw
Begin situatie
Probleem
Uitdaging/ontwikkeling
Hoogtepunt/crisis
Afsluiting/oplossing
Opdracht:
Kies een verhaal. Dit verhaal gaan jullie verder uitwerken tot het storyboard. Dat is een korte schets van hoe het verhaal gaat worden. (kort en krachtig)