4V3 §5.2

leerdoelen
  • fase en faseovergang
  • schaal Kelvin (verband met graden Celsius)
  • ideaal gasfase 
  • druk
  • de wet van Boyle ( vragen over H3)
  • help bij de openavond en/of opendag dinsdag 24 (16:00 – 20:00) en woensdag 25 januari (13:30 – 17:00) 

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

leerdoelen
  • fase en faseovergang
  • schaal Kelvin (verband met graden Celsius)
  • ideaal gasfase 
  • druk
  • de wet van Boyle ( vragen over H3)
  • help bij de openavond en/of opendag dinsdag 24 (16:00 – 20:00) en woensdag 25 januari (13:30 – 17:00) 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

H5 eigenschappen van stoffen
  • fase en faseovergangen (maak een driehoek van ...)
  • stofeigenschappen zoals kookpunt,..
  • deeltjes(moleculen)model
  • rooster
  • het absolute nulpunt T=0 K
  • verschil tussen temperatuur en warmte
  •  het verband tussen Kelvin schaal en graden Celsius



Slide 3 - Diapositive

ideaal gas
  • geen aantrekkingskracht tussen de moleculen
  • geen energieverlies bij botsingen
  • geen eigen volume
  • hogere temperatuur ~ een maat voor snelheid /bewegingsenergie
  • het werkt niet bij vloeistoffen
  • VanderWaalskrachten; bij korte afstanden

Slide 4 - Diapositive

Druk 
Druk bereken je met de formule hiernaast. 

Bespreek met je buurman/vrouw wat elk symbool bekent. En in welke eenheid gebruik je dan? 

Slide 5 - Diapositive

Aannames bij de wet van Boyle


1. Bolletje met verwaarloosbaar volume
2. Beweging in rechte lijn
3. Elastische botsing

Slide 6 - Diapositive

Wet van Boyle
  • Wanneer je het volume (n) keer zo klein maakt
  • Neemt de druk met een factor (n) toe
  • p1 · V1 = p2 · V2

Slide 7 - Diapositive

Wet van Boyle
                 = constant
V = volume in m3
P = druk in Pascal

Voorwaarde; de volgende grootheden veranderen niet:
- T = Temperatuur


PV

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen
  • warmtetransport in 3 manieren
  • isoleren (voorbeelden)
  • warmtestroom berekenen (warmteverlies bij eeen woning) 

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Warmte transport Staal: goede warmtegeleider

Kunstof: isolator, slechte warmtegeleider

Warmte transport via geleiding Voorwaarde:
Er moet contact zijn tussen de stof die warmte opneemt en de stof die warmte opneemt.



  • Warmtegeleider: neemt makkelijk warmte op maar geeft het ook snel door (b.v. metaal)
  • Warmte-isolator: geeft niet makkelijk warmte door. (b.v. hout of kurk)
  • Isoleren = warmtetransport tegengaan.
  • Dit lukt goed met een laagje stilstaande lucht of een vacuum b.v. dekbed, thermoskan, dubbelglas.

Slide 11 - Diapositive

warmtetransport via stroming
  • gassen en vloeistof kunnen warmte transporteren(=vervoeren) via stroming
  • als stoffen opwarmen zetten ze uit waardoor de dichtheid kleiner wordt.
  • daarom stijgen warme gassen en vloeistoffen op en dalen koude gassen en vloeistoffen

Slide 12 - Diapositive

Stroming
beweging van lucht door warmte: convectie

Slide 13 - Diapositive

warmtetransport via straling
  • warmtestraling = infraroodstraling of i.r.
  • voor warmtetransport via straling is géén tussenstof nodig
  • donkere en doffe voorwerpen nemen makkelijk i.r. op en worden warmer
  • glimmende en lichte voorwerpen weerkaatsen veel i.r. straling

Slide 14 - Diapositive

Thermoskan: Beschrijf hoe een stuk kurk, vacuum en spiegelende metaalaag voor een goede isolatie zorgen.
timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Warmteverlies
Door gaten, kieren en openstaande deuren en ramen
verdwijnt warmte via stroming.

Door muren, dichte ramen en deuren
gaat warmte door geleiding naar buiten.

Warmteverlies gaat door straling door al het glas.

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

warmtestroom door een voorwerp

Slide 19 - Diapositive

opdracht: wat is de eenheid van warmtegeleidingscoefficient?

  • d: de dikte in meter
  • A: oppervlakte in vierkante meter
  •               in graden Celsius of Kelvin 
  • P  in Watt 

timer
2:00
ΔT
λ=PΔTAd

Slide 20 - Diapositive

wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Diapositive

Bij P=F/A neem je voor de oppervlakte altijd het oppervlakte van het voorwerp dat de kracht uitoefent
A
Altijd waar
B
Altijd onwaar
C
Hangt van de situatie af

Slide 22 - Quiz

De wet van Boyle gaat over:
A
Druk en Volume bij constante T
B
Druk en T bij constant volume
C
Volume en T bij constante druk

Slide 23 - Quiz

Bij constante T in een gesloten ruimte, waar het volume 2x zo groot wordt, wordt de druk
A
4x zo groot
B
2x zo groot
C
4x zo klein
D
2x zo klein

Slide 24 - Quiz

Bij constante T in een gesloten ruimte, waar het volume 2x zo klein wordt, wordt de druk
A
4x zo groot
B
2x zo groot
C
4x zo klein
D
2x zo klein

Slide 25 - Quiz

In principe krimpen stoffen als de temperatuur afneemt
A
Waar
B
Onwaar

Slide 26 - Quiz

In principe zetten stoffen uit als de temperatuur toeneemt
A
Waar
B
Onwaar

Slide 27 - Quiz

Alle stoffen worden altijd kleiner als de temperatuur afneemt
A
Waar
B
Onwaar

Slide 28 - Quiz

Uitzetten in 1D
Aanname: 1 richting is veel groter dan de andere richting

Slide 29 - Diapositive

Uitzetten in 3D
Aanname: Alle drie de richtingen zijn ongeveer even groot

Slide 30 - Diapositive

Bijzonder geval: T = 0 K

Slide 31 - Diapositive

Water
Wat gebeurd er hier?

Slide 32 - Diapositive

Algemene gaswet


HERKEN JE DE WET VAN BOYLE?
T in K,        V in m3,         p in N/m2,       n in mol
R = gasconstante (Binas T 7)
p1 V1 / n1 T1 = p2 V2 / n2 T2
T in K, rest mag 'alles' mits links = rechts

pV=nRT

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive