Klokkijken

Klokkijken in het Spaans
Week 47
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klokkijken in het Spaans
Week 47

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
Leerdoel
Aan het einde van de les:
.... snap je hoe het klokkijken in het Spaans werkt.
  • Terugblik naar de les van maandag
  • Uitleg (klokijken)
  • Quiz

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Vragen hoe laat het is...
  • ¿Qué hora es?
  • ¿Qué hora tienes?
  • ¿Tienes la hora?
Preguntar por la hora...

Slide 4 - Diapositive

Belangrijke woorden
Palabras importantes
El reloj = de klok
La hora = het uur
Los minutos = de minuten
''Una hora tiene sesenta minutos.''
Media hora = half uur
Cuarto = kwartier

Slide 5 - Diapositive

Hoe zeggen we de tijd?
¿Cómo decimos la hora?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan
Stap 1: Kijk of de grote wijzer links of rechts staat!
Stap 2: 
Welk uur moet het worden?


Welk uur is het geweest?
Wat moet daar nog bij komen? (minuten, kwartier). Gebruik MENOS!

Dus:
Es la una menos …..
Son las dos menos
Hoeveel is daar bij gekomen? (minuten, kwartier, half uur). Gebruik Y!

Dus:
Es la una y ……
Son las dos y …..

Slide 8 - Diapositive

Uitzonderingen
Bij 1 uur gebruiken we ''Es la...''
Bij 2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 uur gebruiken we ''Son las...''
Bij een vol uur gebruik je ...en punto. Bijvoorbeeld:
Es la una en punto
Son las dos en punto

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden
Ejemplos

Slide 10 - Diapositive

Ejemplo N1
08:45
Son las nueve menos cuarto.

Slide 11 - Diapositive

Heb je goed opgelet??

Slide 12 - Diapositive

Ejemplo N2
13:00
Es la una en punto.

Slide 13 - Diapositive

De volgorde bij het klokkijken in het Spaans is....
A
Eerst de minuten en dan het uur
B
Eerst het uur en dan de minuten
C
Er is geen volgorde
D
Alle antwoorden zijn fout

Slide 14 - Quiz

Als de grote wijzer aan de linkerkant van de klok staat gebruik je ''menos''.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij een uur gebruik je...
A
Son las...
B
Son la...
C
Es la...
D
Es las...

Slide 16 - Quiz

Bij een vol uur gebruik je...
A
Niks
B
...punt uit
C
...hora
D
...en punto

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je ''half uur'' in het Spaans?
A
Media hora
B
Hora
C
El reloj
D
Cuarto

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je ''kwartier'' in het Spaans?
A
Cuatro
B
Cuarto
C
Cuetro
D
Cuart

Slide 19 - Quiz

Wat betekent ''el reloj''?
A
De tijd
B
De kleur rood
C
De klok
D
De reden

Slide 20 - Quiz

Sleep de tijd naar de juiste klok.
1) Son las dos y media.
2) Son las tres menos cinco.
3) Son las tres en punto.
4) Son los doce menos cuarto.
5) Es la una en punto.
6) Son las seis y cuarto.

Slide 21 - Question de remorquage

Hebben we ons leerdoel bereikt?

Slide 22 - Question ouverte