Beestenboel structuur

Textuur en structuur
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

Textuur en structuur

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel: herkennen, uitleggen en toepassen van textuur en structuur. 
Voor deze 3  opdrachten  krijg je 4 lesuren om te maken
 inleveren via Som 

Slide 2 - Diapositive

Wat is Textuur?

Textuur is de oppervlakte van alles we kunnen zien en voelen. De tafel heeft bijna geen textuur want die is vlak en glad, maar de schors van een boom wel want die is ruw en grof. De Vacht van een vos is weer zacht en harig. Maar hoe kan je nou in een tekening laten zien of iets zacht of juist stekelig aan voelt?

Slide 3 - Diapositive


Structuur



De bekenste vorm van structuur toe passen in de tekenkunst heet "arceren". Eigenlijk teken je allemaal hele kleine lijntjes. Hoe dichter je die lijntjes bij elkaar zet, hoe donkerder de arcering word. 

Hoe verder je de lijntjes van elkaar af zet, hoe lichter het word. Zo maak je verschillende tonen of tinten met maar 1 kleur. Op de volgende slide zie je voorbeelden van verschillende tonen van structuur en een voorbeeld van een tekening met alleen maar dit soort lijntjes (gearceerd)

 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Er zijn veel verschillende 
soorten  structuur

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Nu weet je wat structuur en textuur inhoud

Slide 15 - Diapositive

En nu zelf aan de slag!
Deze opdracht bestaat uit 3 onderdelen.
1. Een digitale collage van minimaal 10 dieren die in een dierentuin leven.
2. Van elk dier maak je een kleine studie van zijn huid/vacht. Dit betekent dat je zo dicht mogelijk "inzoemt" om de textuur van de huid/vacht en deze na gaat teken met gebruik van structuur.
3. Ontwerp een eigen fantasie dier opgebouw uit 3 verschillende dieren.

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 1.
Zoek minimaal 10 verschillende dieren die  in een dierentuin leven. Vergeet ook de kleinere dieren niet! Maak digitaal een collage. Een collage is het samenstellen van verschillende afbeeldingen/foto's op één ondergrond.  (Zie voorbeelden) Bij een collage is het belangrijk om goed te bedenken welk plaatje je waar wilt plaatsen. Er zijn allerlei apps om collages te maken. Pic-collage is er een die ik zelf leuk vindt. https://pic-collage.com. Je foto's kunnen strak naast elkaar gezet worden of juist kris kras door elkaar. Bekijk wat de mogelijkheden zijn en hoe je je collage wilt vormgeven en  samenstellingen maken. Gebruik je creativiteit!!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 2
Teken het werkblad met potlood en liniaal na op A4 formaat  In je dummy of schetsboek
  • Elk vakje is 5 x 5 cm.
  • Tussen de vakjes laat je ruimte van 1,5 cm. 
  • De onderste balk is opgebouwd uit 7 vakjes van 2,5 x 2,5 cm.
  • Teken dit zorgvuldig
In elk vakje komt een andere structuur. 3 huidstructuren, 3 kunstmatige structuren en 3 fantasie structuren
In de onderste balk kies je een van de structuren en deze ga je van licht naar donker in de vakjes tekenen. 




Huid/vacht
Kunstmatige structuur
fantasie structuur

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 3
Nu heb je geoefend met structuur

Nu ontwerp je een eigen fantasie dier opgebouw uit minimaal 3 verschillende dieren. 
(meer dan 3 mag, maar minder niet)
Per dier breng je een structuur aan, dus hoe meer verschillende dieren, hoe meer verschillende structuren. 

1. Maak 3 schetsen op schets papier 
2. Werk je beste schets uit in je dummy of schetsboek


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Minimaal 3 verschillende dieren
Meer mag altijd, maar niet minder!
1
2
3
4
5

Slide 22 - Diapositive

Gebruik echte dieren als voorbeelden, dus geen getekende plaatsjes. Daar wordt vaak geen structuur gebruikt

Slide 23 - Diapositive

Zorg dat je dieren goed aanluiten. Ook als ze bijvoorbeeld lange en korte poten hebben.

Slide 24 - Diapositive

Teken de omgeving van je dier. Bedenk goed of dit onderwater, in de lucht of in een bos is.

Slide 25 - Diapositive