Voorbereiding examen

Voorbereiding examen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding examen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Schrijven, herhaling
- Introductie boekje Spreken en Gesprekken


Examen:
Maandag 19 april van 10 tot 12 op school!!
Meenemen: laptop, oplader, boek van Engels

Slide 2 - Diapositive

Oefenen
Waar moet ik op letten bij het examen?

Hoofdletters:
Begin je zinnen met een hoofdletter. Ook I (ik) is altijd met een hoofdletter. Namen, seizoenen en dagen beginnen in het Engels óók met een hoofdletter!

Leestekens:
Sluit je zin af met een punt/uitroepteken/vraagteken. Gebruik komma's. Maar gebruik ook voegwoorden om je zinnen beter te laten lopen!
Op die manier kun je twee kortere zinnen aan elkaar koppelen en variëren in de lengte van je zinnen.

Slide 3 - Diapositive

Voeg en verwijswoorden
Veel voorkomende voegwoorden: and, because, but, so, then, when, or, that.

Deze ken je wel en gebruik je ook al. Maar er zijn nog veel meer.
 
Minder voorkomende voegwoorden: while, until, therefore, unless, as soon as, except, although

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Standaardzinnen
Je moet vaak jezelf voorstellen, iets over jezelf vertellen, over school of stage. Dat hebben we in de opdrachten ook geoefend.

Zorg dat je deze zinnen en woorden dus uit je hoofd kent.

Weet je iets niet? Omschrijf het dan, of schrijf iets anders. De examinator (ik) weet echt niet waar jij stage loopt bijvoorbeeld, of dat je paard rijdt of hockey speelt.

Slide 6 - Diapositive

Hoe zeg je stage in het Engels?

Slide 7 - Carte mentale

Internship/traineeship
My internship is at ..
My traineeship is at..

I go to my internship one/two times a week.

Nooit: I walk my internship

Slide 8 - Diapositive

Hoe zeg je kapper in het Engels?

Slide 9 - Carte mentale

Hairdresser/barber/hairstylist
I'm a hairdresser/barber.
I want to open my own hair salon.

I cut hair.
I dye hair.
Let op: nooit PAINT hair. Dye = verf voor bijvoorbeeld wenkbrauwen, haar.

Je zegt wel: I like to paint my nails. Of: I like to do my nails.

Slide 10 - Diapositive

Grammatica
Het is mooi als je laat zien dat je in de verleden tijd, toekomstige tijd en tegenwoordige tijd dingen kan omschrijven. 

Maar let er op dat je binnen een zin dezelfde tijd gebruikt, en dat je de werkwoorden juist spelt.

Let dus op je onregelmatige werkwoorden!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Boekje Spreken en Gesprekken
Krijg je zometeen ook in de mail

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk:

Lees de boekjes voor Spreken en Gesprekken door.

Ik maak op Itslearning een inlevermap. Je mag hier je tekst inleveren, dan geef ik je volgende week tijdens de les nog feedback.

Dat is in je voordeel voor het examen.
Doe je dat niet?

Dan gaan we het volgende week tijdens de les voorbereiden. Wat je dan niet lukt, is je eigen verantwoordelijkheid om voor te bereiden voor het examen.

Slide 14 - Diapositive