Bezittelijke en persoonlijke verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Taalverzorging

Bezittelijke en persoonlijke verwijswoorden

Doelen

- Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is

- Je weet wat een bezittelijk voornaamwoord is

- Je weet het verschil tussen jou/jouw

Wanneer gebruik je "jou" en wanneer "jouw"?

Jou / u / mij --> persoonlijk voornaamwoord, verwijst naar een persoon
Je kunt het vaak vervangen door een naam

Jouw / uw / mijn--> bezittelijk voornaamwoord, ze geven een BEZIT aan. (vaak staat er een zelfstandig naamwoord achter)

Quiz

Kies het juiste woord

Hendrik zet …… gegevens op de lijst

1. jou
2. jouw

Dat ga ik meteen voor ….. doen!

1. jou
2. jouw

..... cake is het lekkerst.

1. jou
2. jouw

Ik heb het aan ..... broer gevraagd

1. jou
2. jouw

Wilt ..... nog wat drinken?

1. u
2. uw

..... telefoon is op de grond gevallen

1. mij
2. mijn

Wil je ..... even antwoord geven?

1. mij
2. mijn

Gisteren vierden we ..... verjaardag

1. jou
2. jouw

https:

evaluatie

Wat is het verschil tussen jou en jouw?

Wat vind je nog lastig?

Schoolwerk/huiswerk

Maken digitaal lesmateriaal hoofdstuk 4

Taalverzorging verwijswoorden