Week 13 (48) klas 4 2022 (rentamen examenidioom en gatenvragen)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Guten Tag

Wie geht es euch?

Du hast 3 Minuten für:

Je hebt 3 min om: 

• jas uit
• oortjes uit
  
• mobiel in de wandtas
  
• boek/schrift/pen op tafel

Je hebt nu de tijd om je nog voor te bereiden op het tentamen dat je het tweede uur gaat maken!

die Prüfung: Examenidioom

Guten Tag

Wie geht es euch?

Du hast 3 Minuten für:

Je hebt 3 min om: 

• jas uit
• oortjes uit
  
• mobiel in de wandtas
  
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

• Lesefertigkeit:  Gatenvragen

Lernziele:

• Je kunt uitleggen wat een gaten vraag is;
• Je weet welke leesstrategieën je nodig hebt om een gatenvraag te beantwoorden 
• Je bent in staat om signaalwoorden te herkennen en het verband aan te geven

een gatenvraag...

... is een vraag waarbij je van  een woord  in de tekst is weggelaten . 

... is een vraag waarbij je het weggelaten woord uit de context moet halen

en bij een gatenvraag...

... is weggelaten woord is vaak een signaalwoord

... gaat het om het verband in de zin of tussen twee alinea's

Het is dus belangrijk dat je de tekst vóór en na het 'gat' goed begrijpt!

leesstrategie...

... Lees de alinea eerst globaal;

...vervolgens lees je de zinnen voor en na het 'gat'; 

Je moet begrijpen om wat voor soort verband het gaat:

Moet er bijvoorbeeld iets positiefs of iets negatief ingevuld woorden?

of gaat het om een tegenstelling? 

de signaalwoorden zijn belangrijk: deze geven verbanden aan!

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?    Macht Aufgabe 28, 29, 30 und 31 auf Seiten 108 - 110

Wie?     selbsständig, in deinem Buch

Hilfe?    ein Wörterbuch

Zeit?     30 Minuten
Fertig? wir kontrolieren die Antworte zusammen

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächste Woche!

Was machen wir heute?

hören und sehen

(erste Stunde_

lernen für den Test

(zweite Stunde)

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?    je bekijkt allebei een ander filmpje  van Deutschlandlabor. Je bedenkt

              minimaal 5 vragen bij jouw filmpje. Deze schrijf je op. Vervolgens bekijk  je 

              het filmpje van je buurman/vrouw en beantwoord je de vragen. 

              Je bespreekt daarna de antwoorden samen. 

Wie?     in tweetallen;                               

Hilfe?    ich bin da

Zeit?      25 Minuten
Fertig?  Maak uit je boek opdracht 6 op blz. 57 en 58. Je luistert het fragment via de 

                het online boek. 

Heb ik de leerdoelen behaald?

Ben ik in staat om een gesproken fragment te verstaan en er 

vragen bij te bedenken?

Guten Tag

Wie geht es euch?

Du hast 3 Minuten für:

Je hebt 3 min om: 

• jas uit
• oortjes uit
  
• mobiel in de wandtas
  
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

• Lesefertigkeit:  Beweringsvragen

Lernziele:

• Je kunt uitleggen wat een beweringsvraag is;
• Je weet welke leesstrategieën je nodig hebt om een beweringsvraag te beantwoorden 
• Je kunt uitleggen waarom versterkende en verzwakkende woordjes belangrijk zijn bij dit type vragen.

een beweringsvraag...

... is een vraag waarbij je van  een aantal beweringen moet aangeven of deze juist of onjuist zijn. 

... wordt vaak gesteld bij een korte tekst

leesstrategie...

... eerst lees je de tekst globaal;

... dan ga je in de tekst zoeken naar de passage waar het antwoord staat;

... deze passage lees je goed door 

belangrijk!

versterkende        en          verzwakkende woordjes!

gerade                                    kaum

immer                                     manchmal

oft/häufig                             nie/niemals

völlig                                        selten

Jeden Tag                             nur

ziemlich

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Macht Aufgabe 23, 24 und 25 auf Seiten 102-106

Wie?     selbsständig, in deinem Buch

Hilfe?    ein Wörterbuch

Zeit?      30 Minuten
Fertig? wir kontrolieren die Antworte zusammen

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächste Woche!