3e jaar h/v - 5.4 Ga je winst maken?

Of Goedemiddag!!!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Of Goedemiddag!!!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5.4
GA JE WINST MAKEN ?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • ik kan uitleggen wat de functie van de winst - en verliesrekening is 
  • ik kan uitleggen waarom bedrijven een jaarrekening opstellen
  • ik kan de brutowinst en nettowinst berekenen
  • ik kan het break-evenpunt berekenen 
  • ik kan het break-evenpunt met een grafiek afleiden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga je winst maken ?

  • Winst- en verlies rekening

  • Kosten en opbrengsten

Slide 5 - Diapositive

In deze lesson up vind ik niets over break-evenpunt.... Of zit dit in het fimpje?
 WINST BEREKENEN

  • BRUTO WINST

  • NETTO WINST

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de bruto winst van een bedrijf?
A
Bruto winst = afzet + bedrijfskosten
B
Bruto winst = omzet + bedrijfskosten
C
Bruto winst = afzet - inkoopwaarde
D
Bruto winst = omzet - inkoopwaarde

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de omzet van een bedrijf ?
A
omzet = afzet x verkoopprijs
B
omzet = afzet x inkoopprijs

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de inkoopwaarde van de omzet ?
A
afzet x verkoopprijs
B
afzet x inkoopprijs

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Brutowinst berekening

  • brutowinst = omzet - inkoopwaarde

  • omzet =  afzet x verkoopprijs per stuk
  • inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs per stuk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de nettowinst?
A
omzet - bedrijfskosten
B
brutowinst - bedrijfskosten
C
omzet - brutowinst
D
omzet - brutowinst - bedrijfskosten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst berekening

  •  nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet : afzet =
A
brutowinst
B
nettowinst
C
verkoopprijs
D
inkoopwaarde

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet = € ...........
Brutowinst = €5.000,-
Inkoopwaarde = €3.000,-
A
€ 2.000,-
B
€ 8.000,-

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afzet= 500 st. verkoopprijs p/st. = €10,-
Inkoopwaarde = €200,- Bedrijfskosten= €8.500,- Brutowinst ?

A
€4.800,-
B
€ 2.000,-
C
€ 7.500,-
D
- € 3.500,-

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Break- even punt 
  • geen winst en geen verlies
  •  dus totale kosten = totale opbrengsten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je het break-even punt ?
  • In dat punt zijn de vaste/ constante kosten gelijk aan de verkoopprijs - variabele kosten 
  • de formule is 
  • break-even punt =   C : ( p - v )  

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een product kost € 45,- De variabele kosten zijn € 8,- per stuk. De vaste kosten zijn € 10.730,-

Bereken de break- even afzet. Het juiste antwoord is
A
202 stuks
B
290 stuks
C
238 stuks
D
1.341 stuks

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
  • Doornemen paragraaf 5.4 
  • maken opdrachten         

                                                    Heb je vragen, ik hoor graag!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions