les 1

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1

Welk soort bedrijf is jouw leerbedrijf?

Wat is het verschil tussen profit en non-profit bedrijven?

Wat hoort niet bij Detailhandel?

1. kledingwinkel
2. kapper
3. elektronicazaak
4. Supermarkt

De stappen

1. Productie

2. Distributie

3. Detailhandel

Oerproducent

De producten die rechtstreeks uit de natuur komen. Komen van de oerproducent.

Wie kan de oerproducent van de koffieboon zijn?

Eindproduct

Een ander bedrijf van de planken een kast maken. De kast is dan het eindproduct. 

Opdracht: Maak de bedrijfskolom voor jouw bedrijf?

Dit is een voorbeeld van?

1. Integratie
2. differentiatie

Prijsdistributie 

- Lage prijs 

- Lage service 

- Goedkope uitstraling 

- vaak felle kleuren

Servicedistributie 

- hoge(re) prijs 

- hoge service 

- Luxe uitstraling 

- Rustige kleuren (pastel kleuren)

Aankoopsoorten 

- Convenience goods = dagelijkse boodschappen 

- Shopping goods = weer je voor gaat winkelen: kleding, schoenen etc. 

- Speciality goods: zaken die je niet vaak aanschaft, zoals een auto, juwelen en een keuken. 

Je koopt een brood bij de supermarkt

1. Convenience goods
2. Shopping goods
3. Specialty goods

De keuken is aan vervanging toe, dus je gaat voor een nieuwe.

1. Convenience goods
2. Shopping goods
3. Specialty goods

Noem eens 2 voorbeelden van winkels met servicedistributie

Gamma

1. food
2. non-food

Action

1. food
2. non-food
3. branchevervaging