Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5.4
Is meer productie goed voor ons?
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Je leert:
hoe je de productie per werknemer berekent.
op welke manieren bedrijven meer kunnen produceren.
wat productie voor de maatschappij kost en oplevert.
Slide 2 - Diapositive
Wat weten jullie nog van arbeidsproductiviteit?
Slide 3 - Question ouverte
Arbeidsproductiviteit
De hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd (uur, week, jaar) maakt.
Slide 4 - Diapositive
Formule arbeidsproductiviteit =
Totale productie in een periode
aantal werknemers
Slide 5 - Diapositive
Een scharenfabriek produceert 3.000 scharen per jaar. Er zijn 25 werknemers in dienst. Bereken de arbeidsproductiviteit.
Slide 6 - Question ouverte
In een G star fabriek worden per week 16.000 overhemden geproduceerd. De fabriek heeft 40 werknemers en produceert 5 dagen per week. Bereken de arbeidsproductiviteit per dag.
A
80
B
400
C
150
D
100
Slide 7 - Quiz
Wat zouden manieren kunnen zijn om de arbeidsproductiviteit te verhogen?
Slide 8 - Question ouverte
Arbeidsproductiviteit verhogen
Scholing
Betere arbeidsverdeling / specialisatie
Mechanisering / automatisering
Slide 9 - Diapositive
Een scharenfabriek heeft machines gekocht. Nu produceren ze 5.000 scharen per jaar. Er zijn nog steeds 25 werknemers in dienst. Bereken de arbeidsproductiviteit.
Slide 10 - Question ouverte
Maatschappelijke opbrengsten
Als de productie toeneemt, neemt de werkgelegenheid toe en komen er meer banen. Met dit extra inkomen kunnen mensen meer goederen en diensten kopen.
Voordelen van meer productie noem je maatschappelijke opbrengsten.
Slide 11 - Diapositive
Gaat het hier om een goed of een dienst?
GOEDEREN
DIENSTEN
Kapper knipt een klant
Sportschoenen kopen
Brood bij de bakker kopen
Groenten bij de boer kopen
Fietsenmaker maakt je fiets
Tandarts vult je kiezen
Slide 12 - Question de remorquage
Maatschappelijke kosten
Meer productie veroorzaakt meer milieuschade. Bijvoorbeeld door geluidshinder, stankoverlast of luchtvervuiling.
Grootste deel van de milieuschade wordt betaald door ons via de belasting (geluidsschermen, afvalverwerking).
Deze kosten noem je maatschappelijke kosten.
Slide 13 - Diapositive
Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
B
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
C
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
D
Omdat de burgers hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.
Slide 14 - Quiz
Afvalverwerking valt onder maatschappelijke opbrengsten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
De overheid wil meer toe naar het principe 'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
De maatschappelijke kosten blijven gelijk.
B
Dit heeft niets te maken met maatschappelijke kosten.