(P1) Les 8: les maken voor volgend jaar

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Startklaar

Planning

Wat gaan we doen?

Wat heb je nodig tijdens AK. 

• Leerboek en werkboek
• Map met inhoud 
• Pen 
• Laptop

Planning 

Terugblik

Toetsanalyse:

- Voorbeeld van toetsvraag die minder goed ging:

- Wat vraagt de docent precies?

- Hoe wil ik dat je antwoord geeft?

- Wat is een fout antwoord?

- Wat is een goed antwoord?

- Wanneer is een antwoord niet volledig en krijg je dus maar 1p in plaats van 2p. 

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

      Topografie

Deze periode leer je het onderstaande:

De continenten en de oceanen 

Europese landen en hoofdsteden

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

world-geography-games.com

      Lesdoel

De leerlingen kennen de volgende landschapzones: tropisch regenwoud, savanne, steppe, loofbos, taiga en toendra. 

Ze kunnen deze zones aanwijzen op een kaart en de biodiversiteit, typische plantensoorten en klimatologische omstandigheden beschrijven

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Voorkennis

1. De leerlingen weten wat klimaat is. 

2. De leerlingen kennen verschillende klimaten . 

3. De leerlingen kennen de verschillende werelddelen . 

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen

Leerdoel 1

De leerling weet wat landschapzones zijn.

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Landschapzones

Landschapzones zijn: gebieden met vergelijkbare klimaat- en vegetatiekenmerken.

De 6 landschapzones : 

• Tropisch regenwoud
• Savanne
• Steppe
• Loofbos
• Taiga
• Toendra

Waarom zijn landschapzones belangrijk?

Leerdoel 2

De leerling kan de biodiversiteit, typische plantensoorten en klimatologische kenmerken van de 6 zones beschrijven.

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

     Tropischregenwoud

Ligging: Rond de evenaar 

Klimaat: Warm en vochtig, met veel neerslag het hele jaar door.

Biodiversiteit: Hoogste biodiversiteit ter wereld met duizenden plant- en diersoorten.

Typische planten: Lianen, wurgvijgen, grote bomen zoals de kapokboom.

Savanne

Ligging: Tussen tropisch regenwoud en steppe (Afrika, Zuid-Amerika, India).

Klimaat: Warm, met droge en natte seizoenen .

Biodiversiteit: Zebra’s, giraffen en roofdieren zoals leeuwen.

Typische planten: Grassen, verspreide bomen zoals de baobab en acacia’s.

Steppe

Ligging: Droge gebieden, vaak aan de randen van woestijnen (Centraal-Azië, Noord-Amerika).

Klimaat: Droog, weinig regenval.

Biodiversiteit: Minder soorten dieren dan savannes, maar wel dieren zoals gazellen 

Typische planten: Lage struiken, grassen en cactussen.

Loofbos

Ligging: Gematigde gebieden (Europa, Noord-Amerika, delen van Azië).

Klimaat: Milde winters en warme zomers, voldoende neerslag.

Biodiversiteit: Veel loofbomen zoals eiken, beuken. Dieren zoals herten, vossen en vogels.

Typische planten: Loofbomen, struiken en mos.

Taiga

Ligging: Noordelijke streken (Canada, Rusland, Scandinavië).

Klimaat: Koude winters en korte zomers.

Biodiversiteit: Vooral naaldbomen zoals sparren en dennen. Dieren zoals elanden, beren en wolven.

Typische planten: Naaldbomen en mossen.

Toendra

Ligging: Rond de poolcirkel (Siberië, Alaska, Noord-Canada).

Klimaat: Zeer koud, permafrost aanwezig.

Biodiversiteit: Weinig planten. Dieren zoals rendieren en poolvossen.

Typische planten:  Korstmossen en kleine struiken.

Herhaling

Waar vinden we het tropischregenwoud?

Savanne

Steppe

Waar vinden we de landschapzone loofbos?

Waar vinden we de landschapzone Taiga?

Polaire zone

Boreale zone

Gematigde zone

Subtropische zone

Aride Zone

Tropische zone

Sleep de landschapszones naar het juiste gebied

Zet de plaatje van de juiste landschapszone bij de juiste plek op de wereld.

Let op: ééntje blijft er over.

Landschappen

Worden gevormd door de geofactoren
De grootste invloed:  klimaat en mens 

Hoezo?

Tropische zone

Subtropische zone

Gematigde zone

Boreale zone

Polaire zone

Aride zone

Benadruk de aride zone:

- ook koude woestenen

- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Zelf aan de slag

Zelf aan de slag

     Kleine afsluiting

Tropisch regenwoud

Savanne

Steppe

Loofbos

Taiga

Toendra

Permafost

Klimatologische omstandigheden

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen

     Grote afsluiting

De leerlingen kennen de volgende landschapzones: tropisch regenwoud, savanne, steppe, loofbos, taiga en toendra.

De leerlingen kunnen deze zones aanwijzen op een kaart en de biodiversiteit, typische plantensoorten en klimatologische omstandigheden beschrijven

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

retrieval practice

Retrieval practice (10 min)

Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

quizlet.com