Ondernemend gedrag - H8. Het uitvoeren van je idee
Ondernemend gedrag
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
KeuzedelenMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Ondernemend gedrag
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke soorten argumenten zijn er om iemand te overtuigen van jouw idee?
Slide 2 - Question ouverte
Soorten argumenten:
Feit als argument: is iets waarvan je zeker weet dat het waar is.
Autoriteit of gezag gebruiken in je argument: je gebruikt de mening van een persoon die belangrijk is op een bepaald gebied.
Onderzoek of wetenschap gebruiken in je argument: in je argument verwijs je naar resultaten van betrouwbare onderzoeken.
Oorzaak-gevolg argument: je kijkt naar een gebeurtenis (oorzaak) en bedenkt wat het gevolg zou kunnen zijn. De omschrijving van het gevolg is je argument.
Overeenkomst of vergelijking als argument: je gaat twee dingen met elkaar vergelijken
Moreel argument: je gaat in op bepaalde normen en waarden. Wat is 'goed' en wat niet?
Wat is een betoog en uit welke delen bestaat dit?
Slide 3 - Question ouverte
Betoog:
Inleiding: introduceer je idee
Kern: geef verschillende argumenten, verzamelen argumenten
die bij elkaar horen in 1 alinea. Maak je betoog extra sterk door
tegenargumenten te geven en die te ontkrachten.
Conclusie: herhaal je idee nogmaals en zet de belangrijkste
argumenten op een rijtje. Als laatste keer om je lezer te overtuigen
Hoe kun je je idee overtuigend vertellen?
Slide 4 - Question ouverte
Overtuigend vertellen:
Kern benadrukken: zorg voor een logische opbouw en
leg de nadruk op de kern.
Doelgroep: bedenk wie je moet overtuigen
Humor: zorg ervoor dat je idee meer tot leven komt
Straal zekerheid uit: sta achter je idee
Rustig en krachtig praten: zodat de ander je goed verstaat en begrijpt. Belangrijke woorden benadrukken
Gebaren en gezichtsuitdrukkingen: om je verhaal te onderbouwen
H8. Het uitvoeren van je idee
We gaan het hebben over:
Samenwerken en overleggen
Doorzetten om je idee goed uit te voeren
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Samenwerken
actieve houding aannemen en initiatief nemen
Bedrijfscultuur gericht op:
Samenwerking -> openheid en betrokkenheid,
medewerkers zijn betrokken bij elkaars werkzaamheden
Open communicatie -> niet bang om je mening of
(voortgang van je) werkzaamheden te delen. Anderen
luisteren en respecteren je mening.
Duidelijke werkafspraken -> SMART afspraken maken
en houd je aan de afspraken
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Overleggen
Doel = informatie afstemmen of informatie verkrijgen van anderen
Formeel overleg: vooraf vastgesteld overlegmoment
Informeel overleg: op niet afgesproken tijden, bijv. als je iemand tegenkomt of als je iemand belt om verder te kunnen
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Doorzetten
Omgaan met tegenslag
Het komt vaker voor dat iets mis gaat, wat stress kan leveren
- Wees niet te hard voor jezelf
- Blijf niet te lang hangen bij tegenslag
- Het gaat om de oplossing (niet om de fout)
- Van elke fout kan je leren
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Oplossingen bedenken
Achterhaal eerst de oorzaak van het probleem
Bedenk meerdere oplossingen (met een collega)
Bespreek welke oplossing het meest geschikt is
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een rolmodel?
Slide 10 - Carte mentale
Ter introductie van praktijkopdracht 11.
Zodat studenten kunnen bedenken wie hun rolmodel is.