Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Stoffen in allerlei vormen
Stoffen in allerlei vormen
Naut
Groep 5 - thema 3
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Natuur
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Stoffen in allerlei vormen
Naut
Groep 5 - thema 3
Slide 1 - Diapositive
Wat is een vloeistof?
A
De ruimte die de stof inneemt.
B
Het kleinste bouwsteentje van het materiaal.
C
Een stof zonder vaste vorm, maar met een vast volume.
D
Een stof met een vaste vorm.
Slide 2 - Quiz
Vaste stof
Vloeistof
Slide 3 - Question de remorquage
De moleculen bewegen om elkaar heen, maar houden wel contact met elkaar.
Water
Thee
Ranja
Sinas
Je kunt het
niet
vastpakken.
Vloeistof
Slide 4 - Diapositive
De
vaste stof
is een stof met een vaste vorm,
bijv. metaal, steen, plastic of hout.
De moleculen bewegen niet om elkaar heen, maar staan op een vaste plek. (Je kunt het
wel
vastpakken)
Slide 5 - Diapositive
Moleculen worden ook wel
vergeleken met:
A
Spijkers
B
Dampen
C
Water
D
Bouwsteentjes
Slide 6 - Quiz
Moleculen
zijn de kleinste
bouwsteentjes
van materiaal,
je kunt ze niet zien. Het bouwt materiaal op.
Vaste stof
> moleculen op vaste plek (bewegen niet)
Vloeistof
>
moleculen
bewegen om
elkaar heen
(contact met
elkaar)
Gas
>
Geen volume, geen vaste vorm.
Moleculen vliegen alle kanten op.
Slide 7 - Diapositive
Als moleculen elkaar aantrekken,
gaan ze ...
A
naar elkaar toe
B
van elkaar af
Slide 8 - Quiz
De ruimte die de stof inneemt, bijvoorbeeld een halve liter.
Dit is ....
A
Het volume
B
Het gas
C
Stollen
D
Mengen
Slide 9 - Quiz
Hiermee kun je een maat aangeven: het volume.
Slide 10 - Diapositive
Waar zie je smelten?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Bijv. water verandert in ijs.
Bijv. damp tegen het raam na het douchen worden druppels.
Bijv. ijs verandert in water.
Bijv. water verandert in waterdamp.
bevriezen
smelten
condenseren
verdampen
Slide 12 - Question de remorquage
Het veranderen van vaste stof in vloeistof.
Het verandert van vloeistof in een vaste stof.
Het verandert van gas in vloeistof.
Het veranderen van vloeistof naar gas.
bevriezen
smelten
condenseren
verdampen
Slide 13 - Question de remorquage
smelten
condenseren
verdampen
damp/gas naar vloeistof
(koelt af)
vloeistof
naar vast
(koelt af)
=
vloeistof naar gas/damp (wordt warm)
=
vast naar vloeistof
(wordt warm)
Slide 14 - Diapositive
Wat is mengen?
A
De stoffen zijn gemengd als de moleculen naast elkaar zijn.
B
De stoffen zijn gemengd als de moleculen boven elkaar staan.
C
De stoffen zijn gemengd als de moleculen van de ene stof helemaal tussen de moleculen van de andere stof zitten.
D
De stoffen zijn gemengd als de moleculen elkaar afstoten.
Slide 15 - Quiz
Je mengt 2 stoffen
door elkaar;
dit wordt een nieuwe stof
> denk aan ranja maken (het is geen siroop en geen water meer, maar ranja)
Slide 16 - Diapositive
Als iets stolt, dan gebeurt er dit:
A
De harde chocolade wordt zacht.
B
Het ijsje smelt op jouw hand.
C
De waterdamp van de douche worden druppeltjes.
D
De gesmolten kaas van de tosti wordt weer harde kaas.
Slide 17 - Quiz
Als het geen water is wat bevriest,
dan kan een ander materiaal ook stollen.
Bijv. gesmolten chocolade wordt weer hard of
een gesmolten kaars wordt weer hard > dit heet STOLLEN.
Slide 18 - Diapositive
Wat kan oplossen in vloeistof?
A
Suiker & olie
B
Suiker & boter
C
Suiker & zout
D
Zout & olie
Slide 19 - Quiz
Oplossen
=
Als de moleculen van een
vaste stof
elkaar loslaten
in een
vloeistof
.
Slide 20 - Diapositive
Wat is bezinken?
A
Het naar de bodem zakken van vaste deeltjes in een vloeistof.
B
Het naar de rand stijgen van vaste deeltjes in een vloeistof.
C
Het naar de bodem zakken van vloeibare deeltjes in een vaste stof.
D
Het naar de bodem zakken van vloeibare deeltjes in een vloeistof.
Slide 21 - Quiz
Bezinken
is
het naar de bodem zakken
van vaste deeltjes
in de vloeistof.
Slide 22 - Diapositive
warme lucht
koude lucht
heeft meer moleculen
heeft minder moleculen
stijgt omhoog
zakt omlaag
neemt meer ruimte in, zet uit
weegt meer
weegt minder
Slide 23 - Question de remorquage
uitzetten
Warme lucht heeft minder moleculen
dan koude lucht.
Warme lucht weegt minder, dus stijgt.
Warme lucht neemt meer ruimte in, het zet uit.
Slide 24 - Diapositive
quizlet.com
Slide 25 - Lien
filmpje methode
Slide 26 - Diapositive
0
Slide 27 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Stoffen in allerlei vormen
il y a 21 jours
- Leçon avec
17 diapositives
Natuur & techniek thema 2 materiaal uit de natuur
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 6
Ontdekking van Faseovergangen
Juillet 2023
- Leçon avec
16 diapositives
3.3 veranderen van fase
Octobre 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
3.3 Veranderen van Fase
Janvier 2025
- Leçon avec
26 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
les 2 fase van water
Septembre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
3.3 Veranderen van Fase
Novembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
H3.3 Veranderen van Fase MLN 2024
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2