5.2 + 5.3 Oplosbaarheid

5.2 + 5.3 Oplosbaarheid
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 + 5.3 Oplosbaarheid

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • Uitleg oplosbaarheid
  • Demo practica 2+4 oplosbaarheid (via filmpjes lesmethode)
  • Maken H5: 19, 21, 24, 26 t/m 28, 31, 33, 35 + Toepassen 'Mayonaise'

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert de oplosbaarheid van stoffen in oplosmiddelen voorspellen en verklaren aan de hand van structuurformules en betrokken bindingstypen (vanderwaalsbinding / waterstofbrug).
  • Je kunt hierbij de begrippen hydrofiel en hydrofoob gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Hydrofiel en hydrofoob
  • Hydro = water
  • fiel = lievend
  • foob = angst

  • Stoffen die goed mengen/oplossen in water = hydrofiel
  • Stoffen die slecht mengen/oplossen in water = hydrofoob

Slide 4 - Diapositive

Structuurformule en oplosbaarheid
  • OH en NH groepen geven een molecuul hydrofiel karakter.
  • Deze groepen vormen onderling waterstofbruggen.

  • Afwezigheid van deze groepen = hydrofoob
  • Bij hydrofoob molecuul speelt vanderwaalsbinding rol.
  • Soort zoekt soort, d.w.z. hydrofiele stoffen gaan onderling goed samen, net als hydrofobe stoffen onderling. 

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden hydrofiele stoffen




ammoniak                water                 methanol                    glucose

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden hydrofobe stoffen




  methaan               benzeen                 pentaan                      jood
I - I

Slide 7 - Diapositive

Zowel hydrofiel als hydrofoob?
  • Verhouding tussen hydrofiel/hydrofoob gedeelte belangrijk.
  • Onduidelijke grens, grijs gebied.

  • Voorbeeld: hexaan-2-ol
  • OH-groep, dus dat gedeelte is hydrofiel
  • CH-keten is hydrofoob
  • In verhouding meer hydrofoob

Slide 8 - Diapositive

Emulgator
  • Een molecuul wat zowel hydrofiele als hydrofobe eigenschappen heeft, noem je een emulgator.
  • Voorbeeld is zeep: hydrofobe staart lost op in vet, hydrofiele kop lost op in water.
  • Zeep vormt micellen in een water-olie emulsie

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
  • Demo practica 2+4 oplosbaarheid (via filmpjes lesmethode)
  • Maken H5: 19, 21, 24, 26 t/m 28, 31, 33, 35 + Toepassen 'Mayonaise'

Slide 10 - Diapositive