P3 Week 5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands periode 3

TOT NU

Luisteren - A H2: informatieve teksten (Lui 2 2.1)
Lezen - A H3: 3.1 informatieve teksten (Lez3 3.1) en 3.2 instructieve teksten (Lez3 3.2) / boek uit de leeskist

Woordenschat A H3: 3.2 moeilijke woorden oefenen, lijst 5 t/m 8 (t/m blz. 187 - Ws3 3.2)
Spelling: B 156-169

Schrijfopdracht: dagverslag 

Spelling

- meervoud

- tussenletters

- aan elkaar of los

- bijvoeglijk naamwoord

Dictee - Luister naar de voorgelezen zin en schrijf mee. Zin 1:

Zin 2:

Zin 3:

Zin 4:

Zin 5:

Woordenschat (A H3 - 3.2)

Welk woord is synoniem voor schaars?

1. onzeker
2. onnodig
3. onduidelijk
4. ontdekt

Wat betekent 'immers'?

1. toch zeker
2. toch niet
3. tochtend
4. autochtoon

Wat betekent 'dienen voor'?

1. te wensen hebben
2. tegenspreken
3. te weten dat
4. te gebruiken voor

Wat is hetzelfde als 'zorgen dat iemand iets krijgt'?

1. gebruiken
2. baseren op
3. voorzien van
4. streven naar

Formuleren

1.2 Verwijswoorden

Bekijk de volgende uitlegvideo en werk daarna aan de opdrachten in Nu Nederlands, boek B FORMULEREN, 1.2

Formuleren

1.3 Signaalwoorden

Bekijk de volgende uitlegvideo en werk daarna aan de opdrachten in Nu Nederlands, boek B FORMULEREN, 1.3

Huiswerk

BOEK B

Spelling, SPEL 2, spellingregels 

Formuleren, FORM 1, 1.2 verwijswoorden en 1.3 signaalwoorden

Lezen
Lees een boek en bedenk wat je in één minuut over het boek gaat vertellen in de klas