22.1 De kosten van een bedrijf

Kostenbewust werken
Als medewerker van een bedrijf is het belangrijk dat je kostenbewust denkt.
Met jouw acties kun je geld besparen of juist verspillen.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktische economieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kostenbewust werken
Als medewerker van een bedrijf is het belangrijk dat je kostenbewust denkt.
Met jouw acties kun je geld besparen of juist verspillen.

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jou kostenbewust werken?

Slide 2 - Carte mentale

Wat kost een werk?
Is het in de uren?
Is het aangenomen werk?
Welke extra materialen gebruik je? Kettingzaag? Accuboor? Draaikantelstuk? Sorteergrijper? Trilplaat?
Welke hulpstoffen heb je gebruikt? Graszaad? Zand?
-> Goede vermelding van al deze zaken is heel belangrijk om alles betaald te krijgen!

Slide 3 - Diapositive

Wat is omzet?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is winst?

Slide 5 - Carte mentale

Omzet:
Alle opbrengsten van een bedrijf.
Verkochte producten/diensten x verkoopprijs

Slide 6 - Diapositive

Winst (resultaat)
Omzet - kosten = resultaat 

Slide 7 - Diapositive

Bedrijf A heeft in 2021 €12 miljoen omzet gehaald en had €11.8 miljoen kosten.
Bedrijf B heeft in 2021 €4 miljoen omzet gehaald en had €3.6 miljoen kosten.
Welk bedrijf heeft het meeste rendement gehaald?
A
Bedrijf A
B
Bedrijf B
C
Allebei evenveel

Slide 8 - Quiz

Een gezond bedrijf maakt winst!
Als een bedrijf veel opdrachten binnen krijgt voelt het alsof het heel goed gaat, maar omzet is niet hetzelfde als geld verdienen!

Als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten dan maakt het bedrijf verlies!

Slide 9 - Diapositive

Kostenbewust werken:
- Zuinig omgaan met materiaal en middelen
- nadenken over financiele gevolgen van jouw handelen
- je waarschuwt de baas als de kosten hoger dreigen te worden
- je kijkt op een zakelijke manier naar de inzet van mensen, machines en grondstoffen

Slide 10 - Diapositive

Welke kosten zijn er op een loonbedrijf?

Slide 11 - Carte mentale

Directe kosten:

Zijn direct verbonden aan het werk wat je doet
Als je gaat graszaaien heb je de volgende direct kosten:
- graszaad
- diesel
-onderhoud
- arbeidskosten (oproepmedewerker)

Slide 12 - Diapositive

Indirecte kosten
Kosten die het bedrijf maakt, ongeacht of er wel of niet gewerkt wordt:
- arbeidskosten (vast personeel)
- huisvesting
-telefoonabonnement
-gas-water-licht (energie)
- administratie
-marketing

Slide 13 - Diapositive

Welke van onderstaande kosten zijn indirecte kosten
A
Gereedschap in de werkplaats
B
Diesel
C
Kunstmest
D
Arbeidskosten oproepmedewerker

Slide 14 - Quiz

Jouw bedrijf moet bezuinigen, maar het wil de klanten wel dezelfde service bieden. Het bedrijf wil besparen op de vaste kosten.
Wat zijn geschikte bezuinigingen? Klik alle juist antwoorden aan
A
Goedkopere koffie in de kantine
B
Salaris van de directeur verlagen
C
Goedkopere kwaliteit machines aankopen
D
Goedkopere machinisten met minder ervaring inhuren

Slide 15 - Quiz

Kostprijs:
Alle noodzakelijke kosten voor een product of dienst.

Een bedrijf moet zorgen dat de prijs die de klant betaald hoger is dan de kostprijs. Het is dus heel belangrijk om de kostprijs te berekenen!

Slide 16 - Diapositive

Kostprijs verschilt
De kostprijs verschilt per bedrijf.
Een bedrijf met nieuwe grote machines heeft hogere machinekosten, maar kan meestal wel meer werk doen in kortere tijd en heeft meestal lagere onderhoudskosten en arbeidskosten.

Een bedrijf met veel jonge medewerkers heeft lagere personeelskosten, maar moet meer tijd/geld investeren in begeleiding en opleidingskosten.

Elk bedrijf heeft een eigen kostprijsstrategie!

Slide 17 - Diapositive

Kengetallen vergelijken
Het is belangrijk om je kostprijs te kennen, en je leert er veel van om deze te vergelijken met andere loonbedrijven

Slide 18 - Diapositive

Volgende les:

De volgende lessen gaan we het hebben over de verschillende kosten op een loonbedrijf:
- Machinekosten
- Brandstofkosten
-Arbeidskosten
-Materiaalkosten
-Kostprijsberekening

Slide 19 - Diapositive