§1.2 Economie en geld

Economie en geld



"Het geld wat je te besteden hebt"
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie en geld



"Het geld wat je te besteden hebt"

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen directe- en indirecte ruil.

Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen chartaal en giraal geld. 

Aan het einde van de les kan ik het nieuwe saldo uitrekenen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Soorten ruil
Twee soorten ruil:

- Directe ruil
- Indirecte ruil

Slide 4 - Diapositive

Directe ruil
Je ruilt goederen en diensten voor andere goederen of diensten.

Slide 5 - Diapositive

Indirecte ruil
Je ruilt goederen en diensten voor geld.

Slide 6 - Diapositive

Geld functies
Drie soorten functies van geld:

  • Rekenmiddel
  • Ruilmiddel 
  • Spaarmiddel 

Wat betekent elke geldfunctie?

Slide 7 - Diapositive

Soorten geld
Geld op de bank waar je via je pinpas mee kunt betalen. Dus niet je geld op een spaarrekening.
(Giraal)
Munten & bankbiljetten

(Chartaal)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Geld
Als je geld opneemt bij een geldautomaat...

- hoeveelheid giraal geld daalt
- hoeveelheid chartaal geld stijgt


Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
Je hebt 10 euro chartaal geld in je beurs en je hebt 200 euro giraal geld op je betaalrekening staan. Je pint 50 euro.


Hoeveel gaat je girale/chartale geld omhoog/omlaag?



timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Je hebt 10 euro chartaal geld in je beurs en je hebt 200 euro giraal geld op je betaalrekening staan. Je pint 50 euro.

Antwoord: 
- Chartaal = 10 euro + 50 euro = 60 euro
- Giraal = 200 euro - 50 euro = 150 euro


Slide 12 - Diapositive

Saldo berekenen

Oud saldo + ontvangsten - uitgaven = nieuw saldo

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag

Opgaven 2,3,4,5,7,8,10,11,12,14,15,16

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken ik het verschil tussen directe- en indirecte ruil.

Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen chartaal en giraal geld. 

Aan het einde van de les kan ik het nieuwe saldo uitrekenen. 

Slide 15 - Diapositive