Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Du hast 3 min für:
Jacke aus
Laptop geschlossen auf dem Tisch
Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer is gestopt zie ik iedereen de woordjes van Lektion 1 op blz. 144 schrijven
Slide 2 - Diapositive
Wörter Lektion 1, Seite 144 schreiben
und abfragen
timer
5:00
Slide 3 - Diapositive
Was machen wir heute?
Wörter schreiben und abfragen
Informationen toetsweek
Leseaufgabe
Erklärung: das Perfekt (voltooid tegenwoordige tijd)
An die Arbeit
Slide 4 - Diapositive
Lernziel
aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.
Slide 5 - Diapositive
Informationen toetsweek
Fertigkeit
Slide 6 - Diapositive
Leseaugabe 5, Seite 103
Lies den Text Zürich auf Seite 102
Ergänze den Steckbrief über die Schweiz. Finde Informationen in den Text oder online.
Zeichne auf der Karte ein
timer
10:00
Slide 7 - Diapositive
das Perfekt (voltooid tegenwoordige tijd)
Schrijf op!
Je maakt de (v. t. t) met een vorm van haben of sein en het voltooid deelwoord (net als in het Nederlands)
Bijvoorbeeld: ich habe gewohnt
Zwakke werkwoorden: Als de stamklinker in de verleden tijd NIET van klank verandert is het werkwoord zwak. Het voltooid deelwoord eindigt op -t of -et
Sterkte werkwoorden: Als de stamklinker in de verleden tijd WEL van klank verandert dan is het werkwoord sterk. Het voltooid deelwoord eindigt op -en
De meeste werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn, zijn dit ook in het Duits
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Hulpwerkwoorden haben & sein
In het Duits hebben werkwoorden die een beweging uitdrukken sein als hulpwerkwoord.
Bijvoorbeeld: Ich bin gereist, ich bin gesurft, sie ist geschwommen, wir sind gefahren
Slide 11 - Diapositive
Scheidbare en niet scheidbare werkwoorden
Slide 12 - Diapositive
An die Arbeit
Machen im Buch:
Aufgabe 7, 8, 9 auf Seite 105-106
Handbuch online------------------------->
Wie? 10 Minuten im Stille
Fertig? Aufgabe 10 auf Seite 107
timer
15:00
Slide 13 - Diapositive
Lernziel
aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.