2V1 Les 7 Vakbegrip 1 [5 jan 20]

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent het vetgedrukte woord?

A
iets wat mensen negatief vinden
B
iets wat mensen waarderen
C
een plattegrond van het hotel voor blinden

Slide 5 - Quiz


A
samenhangend geheel van programma's en leidingen
B
het brandalarm, dat getest wordt
C
extra werk dat je moet doen

Slide 6 - Quiz


A
laten weten, opschrijven
B
hardop uitspreken
C
duidelijk omcirkelen

Slide 7 - Quiz


A
een fout verbeteren
B
duidelijk laten zien
C
rekening houden met

Slide 8 - Quiz


A
voornaam en achternaam
B
de titel van de folder
C
naam, adres, telefoonnummer, mailadres

Slide 9 - Quiz


A
schoenen die erg opvallen aantrekken
B
meedoen met iets waar je heel goed in bent
C
dapper zijn; iets doen wat je spannend vindt

Slide 10 - Quiz


A
werk overnemen van een ander
B
werk doen waarbij je veel beweegt
C
werk doen, dat anderen hebben laten liggen

Slide 11 - Quiz


A
je kunnen aanpassen
B
gevoel voor humor hebben
C
heel precies zijn

Slide 12 - Quiz


A
niet of slecht kunnen lezen
B
blind of slechtziend
C
een studieachterstand

Slide 13 - Quiz


A
leuk om te zien voor toeristen
B
plekken waar het altijd leuk is
C
wereldberoemde gebouwen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 4 Zoek het woord dat in de zin past.
- visuele beperking- troef- vermeld - bezienswaardigheden - contactgegevens- systeem

Mijn...... is mijn goede geheugen. Alle antwoorden op vragen van gasten heb ik uit mijn hoofd geleerd.

Slide 16 - Diapositive

Mijn...... is mijn goede geheugen. Alle antwoorden op vragen van gasten heb ik uit mijn hoofd geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

Ik weet welke ....... er in de omgeving zijn en ik geef veel toeristische tips.

Slide 18 - Question ouverte

Daardoor merken onze gasten soms niet, dat ik een ........ heb.

Slide 19 - Question ouverte

Als ik vertel dat ik blind ben, zijn ze verbaasd. Daarom ....... ik het altijd meteen als de gasten komen inchecken.

Slide 20 - Question ouverte

Dan kijken ze niet meer vreemd op als ze hun ...... hardop moeten spellen in plaats van opschrijven.
A
systeem
B
bezienswaardigheden
C
contactgegevens
D
troef

Slide 21 - Quiz

Voor alle namen, adressen en telefoonnummers heb ik een speciaal .... : een sprekende computer en het toetsenbord is in braille.

Slide 22 - Question ouverte

Braille Toetsenbord

Slide 23 - Diapositive

De stoute schoenen aantrekken

Slide 24 - Carte mentale

Inspringen

Slide 25 - Carte mentale

De troef

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive