herhalen hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 afronding
Leg je tabel met alle scheidingsmethoden op tafel
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 afronding
Leg je tabel met alle scheidingsmethoden op tafel

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Scheidingsmethodetabel
Herhaling voorkennis
Oefenquiz!

Slide 2 - Diapositive

Deze les
Huiswerkbespreking (scheidingsmethodetabel)
Herhaling voorkennis
Oefenquiz!

Slide 3 - Diapositive

timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 3 Mengsels scheiden
3.1: soorten mengsels
3.2: samenstelling en concentratie
3.3, 3.4 en 3.5: scheidingsmethoden (6)

Slide 6 - Diapositive

Soorten mengsels
Heterogene mengsels:
Suspensie
Emulsie
Rook
Nevel
Schuim

Homogene mengsels:
Oplossing
Legering
Gasmengsel

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Oefenquiz!
  • 1 wisbord per tweetal
  • Het antwoord komt op je wisbord te staan.
  • Kijk niet naar het antwoord van andere tweetallen.
  • De winnaar krijgt een snoepje

Slide 11 - Diapositive

welke uitspraken kloppen voor het mengsel van water met zand:
het is een.....
A
Suspensie en een heterogeen mengsel
B
Suspensie en een homogeen mengsel
C
Oplossing en een homogeen mengsel
D
emulsie en een heterogeen mengsel

Slide 12 - Quiz

Welk mengsel is homogeen?
A
suspensie
B
emulsie
C
legering
D
rook

Slide 13 - Quiz

rook is een .... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 14 - Quiz

Wat kun je niet scheiden?
A
Een oplossing
B
Een suspensie
C
Een zuivere stof
D
Een emulsie

Slide 15 - Quiz

Scheiden is een chemische reactie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoe verandert de concentratie van suiker opgelost in water als ik:
er kraanwater bij giet?
A
Wordt hoger
B
Blijft gelijk
C
Wordt lager

Slide 17 - Quiz

Wat is het massapercentage zout in water als 90 gram zout in 10 kg water wordt opgelost
A
9 %
B
0,9 %
C
0,09 %
D
0,009 %

Slide 18 - Quiz

'

 
                                                              %
1000090100=0,9

Slide 19 - Diapositive

Een tablet bevat 250 mg paracetamol De hele tablet heeft een massa van 0,6 gram. Wat is het massapercentage paracetamol van de tablet
A
4166,7 %
B
416,7 %
C
41,7 %
D
4,2 %

Slide 20 - Quiz

'

 
                                          0,41,7 %
0,60,25100=

Slide 21 - Diapositive

Om rode koolsap te maken wordt fijngesneden rodekool 10 minuten in water gekookt. Daarna wordt een scheidingsmethode toegepast om het sap van de kool te scheiden. Welke scheidingsmethode kan hiervoor het best worden gebruikt?
A
adsorberen
B
destilleren
C
filtreren
D
indampen

Slide 22 - Quiz

Wat is een suspensie?
A
een helder mengsel
B
een troebel mengsel
C
twee vloeistoffen, die niet mengen
D
twee vast stoffen

Slide 23 - Quiz

Een filter bevat poriën. Dit zijn kleine gaatjes waar vloeistof doorheen kan, maar vaste stof niet. Welke stofeigenschap hoort er bij filtreren?
A
kookpunt
B
deeltjesgrootte
C
oplosbaarheid
D
brandbaarheid

Slide 24 - Quiz

Hoe haal je suiker uit suikerwater?
A
indampen
B
extraheren
C
filtreren

Slide 25 - Quiz

Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschillende kookpunten?
A
destilleren & adsorberen
B
indampen & filtreren
C
destilleren & indampen
D
filtreren & bezinken

Slide 26 - Quiz

Je kunt een oplossing scheiden met indampen. Wat is het residu bij indampen?
A
Oplosmiddel
B
Opgeloste stof

Slide 27 - Quiz

Om een oplossing te scheiden moet je..
A
indampen
B
zeven
C
filtreren
D
extraheren

Slide 28 - Quiz

Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.

Slide 29 - Quiz

Reactie of scheiding?
A
reactie
B
scheiding
C
indampen
D
condenseren

Slide 30 - Quiz

Indampen van suikerwater is
A
ontleden
B
scheiden
C
geen van beide

Slide 31 - Quiz

Filtreren werkt op welke stofeigenschappen?
A
verschil in kookpunt
B
verschil in massa
C
verschil in deeltjesgrootte
D
verschil in volume

Slide 32 - Quiz

Adsorberen betekent:
A
vasthouden aan de oppervlakte
B
impregneren
C
sponsen
D
filtreren

Slide 33 - Quiz

Met welke scheidingsmethode kan men de kleur uit een oplossing halen?
A
Filtreren
B
Destilleren
C
Adsorberen
D
Indampen

Slide 34 - Quiz

Door welke scheidingsmethode kun je schadelijke gassen m.b.v. met een gasmasker uit ingeademde lucht verwijderen?
A
Adsorberen
B
Destilleren
C
Extraheren
D
Indampen

Slide 35 - Quiz

De blauwe kleurstof in brandspiritus kun je verwijderen met actieve kool. Vervolgens is nog een stap nodig om de verontreinigde actieve kool te verwijderen.
Welke scheidingsmethoden zijn gebruikt om kleurloze brandspiritus te verkrijgen?
A
alleen adsorberen
B
alleen filteren
C
eerst adsorberen , daarna filteren
D
eerst extraheren, daarna filteren.

Slide 36 - Quiz

Welke manier kun je gebruiken om een suspensie te scheiden?
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 37 - Quiz

Met welke scheidingsmethode kun je een mengsel van water en alcohol scheiden?
A
adsorberen
B
destilleren
C
extraheren
D
indampen

Slide 38 - Quiz

Met welke scheidingsmethode kun je drinkwater winnen uit zeewater?
A
Adsorberen
B
Destilleren
C
Extraheren
D
Indampen

Slide 39 - Quiz

Welke scheidingsmethoden kies je wanneer je zout wilt winnen uit zeewater?
A
Indampen
B
Filtreren
C
Bezinken
D
Destilleren

Slide 40 - Quiz

Einde!
Succes met leren

Slide 41 - Diapositive