Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
2.4 t/m 2.6
Biologie voor jou, 5e druk
Slide 1 - Diapositive
2.4 Genexpressie en celdifferentiatie
Elke cel bevat hetzelfde DNA. Maar welk deel daarvan actief gebruikt wordt, varieert (elk type cel maakt andere eiwitten).
Genregulatie: Het aan of uitzetten van een gen.
Genexpressie: 'het tot uiting komen van een gen'. Als het gen 'aan' staat, van DNA eerst mRNA maken, en dan vertalen in eiwit.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Zie afb. 22 op blz 76:
Slide 4 - Diapositive
Opdracht
Leg aan je buurman/buurvrouw uit hoe genregulatie voor lactase bij E. coli werkt, aan de hand van afbeelding 22 uit het boek. Maak gebruik van alle termen die er genoemd worden in de afbeelding. De ander beoordeelt jouw uitleg en vraagt door.
Slide 5 - Diapositive
Celdifferentiatiedoor
genregulatie
Slide 6 - Diapositive
Een bepaalde cel kan een bepaald eiwit maken, maar doet dat niet de hele tijd door. Waarom is dat?
Slide 7 - Question ouverte
2.5 Mutaties
Mutatie = toevallige en blijvende verandering in (de nucleotidevolgorde van) van het DNA of RNA van een cel.
Puntmutatie: verandering in één nucleotidepaar.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Nog een vorm van mutatie
Genoommutatie: mutatie waarbij het aantal chromosomen in een cel is veranderd.
Fout tijdens de meiose. Zie jij in welke fase van de meiose het misgaat? (afbeelding 33 van je boek).