Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Gisteren heeft mijn opa Jan een crossfiets gegeven.
A
Mijn opa
B
Jan
C
een crossfiets
D
gisteren

Slide 3 - Quiz

In het huis heeft Leon zijn oude boeken opgeborgen.
A
oude boeken
B
zijn oude boeken
C
het huis
D
Leon

Slide 4 - Quiz

In de boomgaard heeft de boer de appels geplukt.
A
de appels
B
de boomgaard
C
de boer
D
heeft geplukt

Slide 5 - Quiz

In het voorjaar heeft mijn vader een tuinhuis voor Anja gekocht.
A
het voorjaar
B
Anja
C
mijn vader
D
een tuinhuis

Slide 6 - Quiz

In de morgen heeft Erik zijn oude auto gewassen.
A
Erik
B
oude auto
C
zijn oude auto
D
in de morgen

Slide 7 - Quiz

Iedere dag heeft de bakker zijn broden uitgestald.
A
Iedere dag
B
zijn broden
C
de bakker
D
heeft uitgestald

Slide 8 - Quiz

Mijn Belgische neven hebben nooit een zak friet gegeten.
A
een zak friet
B
Mijn Belgische neven
C
hebben gegeten
D
nooit

Slide 9 - Quiz

In Guatemala heeft een orkaan een toeristenhotel verwoest.
A
Guatemala
B
verwoest
C
een orkaan
D
een toeristenhotel

Slide 10 - Quiz

Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Ik schonk de goede buren een auto.
A
de goede buren
B
een auto
C
ik
D
schonk

Slide 14 - Quiz

Ik mailde mijn zusje uitvoerige informatie over Jamaica.
A
Ik
B
mijn zusje
C
uitvoerige informatie
D
Jamaica

Slide 15 - Quiz

Mijn moeder schonk haar haar servies.
A
schonk
B
mijn moeder
C
haar
D
haar servies

Slide 16 - Quiz

De vrouw maakt een mooie belofte aan de buren.
A
Een mooie belofte
B
aan de buren
C
de vrouw
D
maakt

Slide 17 - Quiz

Marc bracht zijn lieve vriendin een lekker ontbijt.
A
een lekker ontbijt
B
Marc
C
bracht
D
zijn lieve vriendin

Slide 18 - Quiz

Mijn oma schonk hem haar tuinmeubelen.
A
haar tuinmeubelen
B
schonk
C
hem
D
Mijn oma

Slide 19 - Quiz

Onze ouders betalen een fikse toelage aan Theo.

A
aan Theo
B
een fikse toelage
C
betalen
D
mijn ouders

Slide 20 - Quiz

Moeder kocht voor vader een zonnebril.
A
een zonnebril
B
voor vader
C
Moeder
D
kocht

Slide 21 - Quiz

Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Maak nu de oefeningen op het werkblad!

Slide 23 - Diapositive