13-9-21

voor de les
kopie nt2taalmenu zinnen maken
klaarzetten grammaticavideo 5.5
liedjes klaarzetten: susan en freek blauwe dag leef + zij weet het + nielson ijskoud, ik adem je in 
boek Bassam Mahmoud
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

voor de les
kopie nt2taalmenu zinnen maken
klaarzetten grammaticavideo 5.5
liedjes klaarzetten: susan en freek blauwe dag leef + zij weet het + nielson ijskoud, ik adem je in 
boek Bassam Mahmoud

Slide 1 - Diapositive

Goedemorgen, wat gaan we vandaag doen? 
  • Welkom in de groep Bassam Mahmoud!
  • Hoe ging examen van Hatiya?
  • Herhalen grammatica A2 + spreekopdrachten daarmee + luisteren naar Nederlandstalige muziek
  • uitleg examens A2/B1 + aanmelden 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen: Vandaag....
  • herhaal je kort de voltooide tijd van de regelmatige en onregelmatige werkwoorden
  • herhaal je kort de verleden tijd van de regelmatige en onregelmatige werkwoorden. 
  • We gaan daar ook een spreekoefening mee doen
  • oefenen we met de volgorde van zinnen
  • leer je over hoe je je kunt aanmelden voor examens A2/B1

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
  1. We kijken eerst samen naar video 5.5 van boek A2. Dit gaat over de voltooide en verleden tijd. 
  2. Spreekopdracht

Slide 4 - Diapositive

Spreekopdracht.
Iedereen gaat staan. Binnencircel en buitencircel. Als de muziek stopt sta je tegenover iemand. 
De binnencircel stelt de vraag, de buitencircel geeft het antwoord. Je staat steeds tegenover iemand anders. 

de binnencircel leest de zin op het bord.  Luister naar elkaar en verbeter als het nodig is! Fouten maken mag 

Slide 5 - Diapositive

voltooide tijd, gebruik het woord tussen haakjes
  1. Wat heeft Samir in de vakantie gedaan? (fietsen 
  2. Wat hebben jullie gisteren gedaan? (gitaar spelen)
  3. Wat heb je op je verjaardag gedaan? (dansen)
  4. Wat voor werk heeft Laila vroeger gedaan? ( in een winkel werken.

Nu ruilen julie: binnencircel wordt buitencircel. 

Slide 6 - Diapositive

  1. Wat hebben de kinderen in het weekend gedaan? (sporten)
  2. Wat heb je op Koningsdag gedaan? (feest vieren)
  3. wat heeft Carlos vanochtend gedaan? (tanden poetsen)
  4. Wat hebben jullie op school gedaan? (luisteren )

Slide 7 - Diapositive

Nu onregelmatig! 
Loop door de klas. Als de muziek stopt spreek je af wie de vraag stelt en wie antwoord. 
  1. Wat heeft Julan met het overhemd gedaan? (strijken) 
  2. Wat hebben de baby's vandaag gedaan? (slapen)
  3. Wat heb je met de foto's gedaan? (ophangen)
  4. Wat hebbe jullie op het terras gedaan? (eten)

Slide 8 - Diapositive

onregelmatig
  1. Wat is er met je sleutels gebeurd? (verliezen)
  2. Wat heb je bij die vereniging gedaan? (inschrijven)
  3.  Wat heeft Ricardo in de les gedaan? (nadenken)
  4. Wat heeft de dief gedaan? (stelen)

Slide 9 - Diapositive

kijk naar het bord. Je ziet een uitleg over zinnen maken. 
Je krijgt ook papieren met oefeningen erop. 

Slide 10 - Diapositive

Terugblikken:
  • Wat heb je vandaag geleerd over de voltooide tijd regelmatig?
  • En de voltooide tijd onregelmatig?
  • Wat heb je geleerd over de verleden tijd?
  • Wat is de volgorde van een hoofdzin?
  • Wat betekent inversie?
  • Wat heb je geleerde over vraagwoorden? 

Slide 11 - Diapositive

vervolg
  • Wat heb je nog meer geleerd vandaag? 

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk:
B1: thema 2 t/m opdracht 64: boek en computer
A2: boek en computer t/m opdracht 85 blz 296

Slide 13 - Diapositive

ilse donderdag:
  • werkblad 53 + 65 
  • spreekopdr verleden tijd met spinner??

Slide 14 - Diapositive

Modale hulpwerkwoorden geven een speciale betekenis aan de zin. Zo betekent:
kunnen = het is mogelijk, het behoort tot de mogelijkheden;
mogen =toestemming hebben om iets te doen;
moeten =de plicht hebben, verplichting, iets is noodzakelijk;
willen =de sterke wens hebben, wensen, voorkeur hebben;
zullen =iets van plan zijn, iets beloven, iets voorspellen, maar ook een waarschijnlijkheid.
hoeven =gebruik je in een ontkennend antwoord op een vraagzin met moeten erin: Moet jij naar de dokter? Nee ik hoef niet naar de dokter, want ik heb alleen maar hoofdpijn.

Slide 15 - Diapositive