3 Cirkels

Meetkunde woorden
Wiskundewoord
Uitleg
Tekening
Het woord in het Nederlands.
Het woord in jouw eigen taal.
Schrijf met pen.
Schrijf met pen.

Beantwoord de volgende vragen:

Wat betekent het woord?
Welke wiskundige symbolen gebruik je?
Welke naam krijgt het wiskundewoord in een tekening?


Teken met potlood.

Maak een tekening van het woord.
Gebruik jouw geodriehoek.
Gebruik de wiskunde afspraken voor namen en symbolen.
Wiskundewoorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Introduction

VO Content vmbo stercollectie wiskunde leerjaar 1 thema Meetkunde paragraaf Cirkels.

Instructions

Deze les is ontwikkelt voor leerlingen EOA in route 2/3 met uitstroom naar vmbo klas 2. In deze les is extra aandacht voor het leren van de Nederlandse Taal.

In het eerste deel van de les frissen we de woorden uit de vorige thema's op. Hiervoor gebruik je het werkblad in de bijlage.
Daarna kijken we alvast naar de woorden die met cirkels te maken hebben. 
Vervolgens volgt de uitleg over cirkels a.h.v. een Geogebra tekening.

Feuilles de travail

Éléments de cette leçon

Meetkunde woorden
Wiskundewoord
Uitleg
Tekening
Het woord in het Nederlands.
Het woord in jouw eigen taal.
Schrijf met pen.
Schrijf met pen.

Beantwoord de volgende vragen:

Wat betekent het woord?
Welke wiskundige symbolen gebruik je?
Welke naam krijgt het wiskundewoord in een tekening?


Teken met potlood.

Maak een tekening van het woord.
Gebruik jouw geodriehoek.
Gebruik de wiskunde afspraken voor namen en symbolen.
Wiskundewoorden

Slide 1 - Diapositive

Meetkunde woorden
Wiskundewoord
Uitleg
Tekening
Punt














Voorbeeld: Punt
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Meetkunde woorden
Wiskundewoord
Uitleg
Tekening
Punt














Een bepaalde plaats.
De naam van een punt is een hoofdletter.
Voorbeeld: Punt

Slide 3 - Diapositive

Meetkunde woorden
Wiskundewoord
Uitleg
Tekening
Punt














Een bepaalde plaats.
De naam van een punt is een hoofdletter.

Tekening:
Punt A

Voorbeeld: Punt

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
  1. Maak groepjes van 6 personen.
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
  1. Vul het werkblad zelfstandig in (20 minuten, in stilte)
  2. Bespreek de wiskundewoorden in het groepje.
    Bepaal van elk woord het juiste antwoord en tekening.
    (15 minuten)
  3. De dobbelsteen bepaalt wie van het groepje het wiskundewoord op het bord uitlegt.

Slide 6 - Diapositive

Vul het formulier in stilte in
timer
20:00

Slide 7 - Diapositive

Bespreek de wiskundewoorden
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Nakijken

Slide 9 - Diapositive

Cirkels
Op het werkblad staan de nieuwe woorden.
Bekijk de woorden.
Ken je al enkele woorden?
Wat is het woord in jouw taal?
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maak het hoofdstuk Cirkels in VO Content

Slide 12 - Diapositive