Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Snelheid
Slide 1 - Diapositive
snel, sneller, snelst
Slide 2 - Diapositive
Afspraken
Je bent verantwoordelijk voor je eigen werk!
Je mag soms zelf kiezen of je meedoet met de uitleg.
Proefwerk wordt niet verplaatst!
Je hebt altijd iets te doen.
Ik kijk eerst of je je werk hebt gedaan voordat je het nakijkboekje krijgt.
Pas als je je werk gemaakt hebt mag je op je laptop de test jezelf maken.
Slide 3 - Diapositive
Een auto en een fietser rijden voor je langs.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Waar gaat snelheid over?
Slide 7 - Carte mentale
Maak van 5.1 vraag 1, 2 en 3
timer
5:00
Slide 8 - Diapositive
Wat is de eenheid van snelheid
A
geen idee
B
V
C
kilometers per uur
D
m/s
Slide 9 - Quiz
Hoeveel meter zit er in een km?
A
10.000
B
100
C
1000
D
10
Slide 10 - Quiz
Hoeveel seconden zitter er in een uur?
A
3600
B
60
C
600
D
2400
Slide 11 - Quiz
Onthouden
van m/s naar km/h = x 3,6
van km/h naar m/s = : 3,6
Slide 12 - Diapositive
Een auto rijdt 72 kilometer per uur. Hoe groot is de snelheid in meter per seconde?
Slide 13 - Question ouverte
Een fietser rijdt 5 m/s. Hoe groot is de snelheid in kilometer per uur?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Vidéo
Gemiddelde snelheid
Je gaat met je ouders op vakantie met de auto. Jullie rijden 270 kilometer in 3 uur. Iemand vraagt met welke snelheid jullie hebben gereden. De afstand was 270 km. De tijd was 3 uur.