2.2 Natje, droogje en klimaat

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Waar is de gemiddelde temperatuur op aarde het hoogst?
A
Bij gebieden rondom de polen.
B
Aan gebieden die aan zee liggen.
C
Bij gebieden rondom de evenaar.

Slide 8 - Quiz

weer
klimaat
het is vandaag 25 graden
de zomers in Spanje zijn warm

Slide 9 - Question de remorquage

Het klimaat vertelt ons, wat voor weer het morgen wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bekijk de foto en lees de stellingen.
Stelling 1: Op deze bron zie je een voorbeeld van het weer op die dag.

Stelling 2: Uit de plantengroei die je op deze bron ziet, kun je afleiden welk klimaat er in het gebied heerst.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 11 - Quiz

Stel, je houdt bij jou in de tuin een maand lang de temperatuur bij. Meet je dan het weer of het klimaat?
A
het weer
B
het klimaat

Slide 12 - Quiz

Het klimaat is het gemiddelde weer over een periode van .....
A
1 jaar
B
10 jaar
C
3 jaar
D
30 jaar

Slide 13 - Quiz

Hoort dit bij weer of klimaat:

Het waait niet erg hard vandaag.
A
weer
B
klimaat

Slide 14 - Quiz

Weer en klimaat is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Het regende zondag. Is dat weer of klimaat?
A
Weer
B
Klimaat

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 17 - Quiz

Wat is neerslag?
A
Alle vormen van water die uit de lucht vallen.
B
Alles dat uit de lucht valt.
C
Alle vormen van water.
D
Alle vormen van weer.

Slide 18 - Quiz

Wat is geen neerslag?
A
Onweer
B
sneeuw
C
Mist
D
Hagel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Nederland heeft een:
A
landklimaat
B
gematigd klimaat
C
tropische klimaat

Slide 26 - Quiz

Zet de kenmerken bij de juiste klimaatsoort neer.
tropisch klimaat
poolklimaat
koude temperaturen het hele jaar
Temperatuur daalt niet onder de 18 graden

Slide 27 - Question de remorquage

Zet de kenmerken bij de juiste klimaatsoort neer.
landklimaat
gematigd klimaat
weinig grote verschillen in temperatuur
grote temperatuur verschillen tussen zomer en winter

Slide 28 - Question de remorquage


Vul in;
De groene zones op de kaart laten ... zien.
A
de warme zone
B
de klimaatzones
C
de gematigde zone
D
de koude zone

Slide 29 - Quiz

tropisch klimaat is
A
warm en droog
B
nat en warm

Slide 30 - Quiz

Een zee klimaat heeft
A
het hele jaarslag en warme zomers en kouder winters
B
het hele jaar neerslag en koele zomers en milde winters
C
een droge tijd in de zomer en een hoge temperatuur

Slide 31 - Quiz

Welk klimaat is dit?
A
Zeeklimaat
B
Tropisch Klimaat
C
Landklimaat
D
Droog klimaat

Slide 32 - Quiz


Een klimaat met strenge winters en warme zomers
A
koud klimaat
B
gematigd zeeklimaat
C
landklimaat

Slide 33 - Quiz

tropisch klimaat of koud klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
Koud klimaat

Slide 34 - Quiz


Je ziet hier een ........ klimaat
A
Landklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Poolklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Diapositive