Warmte, water en exoten

(2p)Welke organische stof vormen planten met behulp van de fosfaten uit mest?
A
DNA
B
Eiwit
C
Glucose
D
Glycerol
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

(2p)Welke organische stof vormen planten met behulp van de fosfaten uit mest?
A
DNA
B
Eiwit
C
Glucose
D
Glycerol

Slide 1 - Quiz

Algen kunnen fosfaat gebruiken om in te bouwen in organische moleculen.
(1p) Welk proces voeren de algen eerst uit, voordat ze fosfaat inbouwen in een organisch molecuul?
fotosynthese/ voortgezette assimilatie

Slide 2 - Diapositive

Op een melkveebedrijf gebruiken landbouwers kunstmest en dierlijke mest om de grasproductie en de melkproductie op niveau te houden. Om te voldoen aan bemestingsnormen moeten de boeren een mineralenboekhouding bijhouden, waarin alle aan- en afvoerposten van stikstof en fosfaat zijn opgenomen, om te voorkomen dat een overschot van deze meststoffen het milieu teveel belast.
(2p) Leg uit wat het gevolg is van het gebruik van overmatig veel fosfaathoudende mest op de landbouwgronden.


Slide 3 - Diapositive

- De overmaat aan fosfaat komt in het grondwater terecht/ Er treedt eutrofiëring op. → 1p
- De biodiversiteit in de omringende gebieden neemt daardoor af. → 1p

Slide 4 - Diapositive

Fosfaat in een sloot
De aanwezigheid van teveel fosfaat in een sloot is de oorzaak van een milieuprobleem: algenbloei.
in een klas komt de vraag aan de orde of dit probleem is opgelost na het afsterven van de algen.
Vier leerlingen geven een antwoord op deze vraag.
Ellen zegt: “Ja, want als de algen sterven, verdwijnt ook het fosfaat.”
Jesper zegt: “Ja. Want bacteriën nemen na het sterven van de algen het fosfaat op.”
Rhonda zegt: “Nee, want bacteriën maken door het afbreken van de algen het fosfaat weer vrij.”
Tristan zegt: “Nee, want de algen geven al hun fosfaat door aan algen etende diertjes.”


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Extremofielen
-Aangepast aan extreme omstandigheden.
-Ontwikkeld als gevolg van adaptatie (een verandering in leefwijze van een soort, vaak gekoppeld aan een mutatie in het DNA).
-Is een evolutionair proces, gebaseerd op natuurlijke selectie.

Slide 7 - Diapositive

Tolerantiegrenzen

Slide 8 - Diapositive

 extremofielen
Extremofielen zijn organismen die onder bijzondere omstandigheden leven, bijvoorbeeld bij extreme temperaturen, hoge zoutgehalten, toxische omgeving of hoge pH.


                            bijvoorbeeld
                                          de alaska boskikker

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Voorbeelden van extreme omstandigheden:

  • temperatuur; heel hoge of juist lage temperatuur;
  • pH-waarde (zuurgraad); zeer hoge of juist lage zuurgraad;
  • zoutgehalte; zeer zoute omstandigheden;
  • omgevingen met hoge concentraties giftige stoffen, bijv zware metalen;
  • omgevingen met juist een gebrek aan algemeen benodigde stoffen, meestal zuurstof;
  • koolstofarme of zelfs koolstofloze omgevingen zoals midden in een rots;
  • zeer hoge druk zoals in diepzeetroggen of diep in de grond.

Slide 11 - Diapositive

Het aantal waargenomen exoten op de Nederlandse Waddeneilanden is toegenomen. In de periode 2005-2014 zijn 407 soorten exoten waargenomen en in de periode 2015-2020 waren dat er 518. Van deze 518 soorten zijn 203 soorten nieuw waargenomen in vergelijking met de periode 2005-2014.

Slide 12 - Diapositive

Exoten voorbeelden

Slide 13 - Diapositive

Exoten
Soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem: exoten.
Plaagorganismen: exoten die zich snel uitbreiden ten koste van andere organismen.
Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem

Slide 14 - Diapositive

We spreken van een plaag als planten of dieren schade veroorzaken (bijvoorbeeld) aan gewas of als ze ongewenst zijn.
Exoten: kunnen plaagdieren of -planten worden als ze negatieve gevolgen op ecosystemen hebben.

 Ook inheemse organismen kunnen een plaag veroorzaken.
Vaak veroorzaakt door een verstoring in het biologisch evenwicht.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

our planet 2
min 23 krabben plaag of geen plaag?

Slide 17 - Diapositive

De nijlgans is in Nederland een invasieve exoot. Wat kan een reden zijn om de vogel een invasieve exoot te noemen?
A
De vogel is agressief en verdringt soortgenoten van voedselplekken.
B
De vogel komt in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk voor.
C
De vogel kruist met andere soort en krijgt onvruchtbare nakomelingen.
D
De vogel is agressief en verdringt andere soorten zwemvogels.

Slide 18 - Quiz

Het toenemen van de Japanse duizendknoop kan gevolgen hebben voor de inheemse soorten. Wat voor gevolg kan dit hebben?

Slide 19 - Question ouverte

Forellenproblemen
In 2004 dook de meerforel op in een meer in het Yellowstone Park. Een direct gevolg was de achteruitgang van de inheemse roodkeelforel. De roodkeelforel werd verdreven naar ondiep water en was daar een makkelijke prooi voor otters en beren. De meerforel werd dominant in dieper water. Door het verdwijnen van de roodkeelforel nam het zoöplankton in aantal toe.
Door het wegvangen van meerforellen probeert men het ecosysteem in de oorspronkelijke stand terug te brengen, dus met veel roodkeelforellen.
(2p) 8 Welk resultaat wijst op mogelijk succes van deze poging?
A afname van de troebelheid van het water
B afname van het aantal reducenten
C toename van het aantal beren
D toename van het aantal zoöplankton-organismen


Slide 20 - Diapositive

A Roodkeelforellen eten zoöplankton. Die maken het water troebel. Als er meer roodkeelforellen komen, zal het water weer helderder raken.

Slide 21 - Diapositive