Lezen les 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lezen les 5

Verwijswoorden 

Vorige les 

• Tekstdoelen 
• Welke tekstdoelen horen wij bij welke tekstsoort?
•  2.3 opdracht 1t/m7 gemaakt 

Welke vier tekstdoelen kennen we?

Vandaag 

• Uitleg over verwijswoorden in een tekst
• Opdrachten maken 
• In de volgende les herhalen we de theorie  

Verwijswoorden in een tekst

• In de meeste teksten staan verwijswoorden. Dat zijn woorden die verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, en soms zelfs naar een hele zin.  
• Voorbeeld: De ijsvogel komt vooral af op schoon water. Hier zit hij vaak roerloos op zijn prooi te wachten. Die vangt hij door in het water te duiken. 
• Waarnaar verwijst hij in de tweede zin? 
• Stel de vraag: Wie of wat zit vaak roerloos op zijn prooi te wachten? Antwoord: de ijsvogel.

De ijsvogel komt vooral af op schoon water. Hier zit hij vaak roerloos op zijn prooi te wachten. Waar verwijst hier naar?

1. De ijsvogel
2. De prooi
3. Schoon water
4. Roerloos

Ik snap wat verwijswoorden zijn.

😒🙁😐🙂😃

Nederland gaat vanmiddag winnen.

😒🙁😐🙂😃

Opdrachten maken 

2.3 opdracht 10, 11, 12, 13, 14

Ik wil van 1.3 en 2.3 nog graag uitleg over...