H2.3 verwijswoorden klas 2B

Presenteren - iedere maandag
Het onderwerp: afgelopen weekend
Het publiek: de klas en de docent
Doel: informeren
Tijd: 1 minuut
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Presenteren - iedere maandag
Het onderwerp: afgelopen weekend
Het publiek: de klas en de docent
Doel: informeren
Tijd: 1 minuut

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Even herhalen: bespreek met je buur
  • Wat zijn signaalwoorden?
Je kent 4 soorten signaalwoorden.
  • Welke en noem voorbeelden.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden?
Woorden die in een tekst het verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea’s.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Doel van deze les
Wat zijn verwijswoorden?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Aantekeningen
Pak je schrift en een pen

Slide 9 - Diapositive

H2.3 - Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, en soms zelfs naar een hele zin.

Slide 10 - Diapositive

Wil je weten waar een verwijswoord naar verwijst? Stel dan een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e).

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
De ijsvogel komt vooral af op schoon water. Hier zit hij vaak roerloos op zijn prooi te wachten. Die vangt hij door in het water te duiken.

Slide 12 - Diapositive

Waarnaar verwijst hij in de tweede zin?
Stel de vraag: Wie of wat zit vaak roerloos op zijn prooi te wachten?

De ijsvogel komt vooral af op schoon water. Hier zit hij vaak roerloos op zijn prooi te wachten. Die vangt hij door in het water te duiken.

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Takent - werkboek H2.3 - blz: 
Verwijswoorden: opdracht 10, 11, 12
Signaalwoorden: opdracht 13, 14, 15

GL: opdracht 16

Slide 14 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Waarom zou een schrijver verwijswoorden gebruiken in zijn tekst?

Slide 15 - Diapositive