De onderzoeksvraag

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderzoeksvraag ligt aan de grondslag van deze titel?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderzoeksvraag ligt aan de grondslag van deze titel?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderzoeksvraag ligt aan de grondslag van deze titel?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zou jij informatie verzamelen als je rond die titel een tekst moet schrijven?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De onderzoeksvraag
  • als vraag geformuleerd
  • een open vraag
  • geen kennisvraag waarvan je het antwoord makkelijk kan opzoeken
  • bondig geformuleerd
  • eenduidig geformuleerd
  • voldoende afgebakend
  • neutraal

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De onderzoeksvraag
  • kan één of meerdere deelvragen bevatten
  • deelvragen --> opsplitsen onderzoek

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hypothese
Daarin formuleer je wat  volgens 
jou het antwoord op de
onderzoeksvraag is. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De onderzoeksmethode
  • enquête
  • interview
  • observatie
  • experiment
  • literatuuronderzoek

Slide 10 - Diapositive

Een hypothese formuleer je op basis van eigen kennis en ervaring.
Voor één onderzoeksvraag zijn meerdere hypotheses mogelijk.
De onderzoeksmethode
  • vaak een combinatie
  • empirisch onderzoek --> representatief (i.e. voldoende tests/personen)
  • literatuuronderzoek --> betrouwbare bronnen

Slide 11 - Diapositive

Een hypothese formuleer je op basis van eigen kennis en ervaring.
Voor één onderzoeksvraag zijn meerdere hypotheses mogelijk.
Bruikbare bronnen
Correct: Zijn er aanwijzingen dat de informatie correct is?
Relevant: Is de informatie relevant voor je onderzoeksvraag?
Actueel: Is de informatie van recente datum?
Auteur: Is de auteur betrouwbaar?
Profijt: Haalt de auteur voordeel uit zijn tekst? 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
CRAAP?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
CRAAP?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
CRAAP?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
CRAAP?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
CRAAP?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruikbare bronnen
controleer:
  • uitgever
  • verwijzing naar gebruikte bronnen (correct en relevant)
  • auteur
  • publicatiedatum (recent)
  • opdrachtgever (profijt)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie
informatie verzameld
informatie analyseren
conclusie trekken = antwoord op de onderzoeksvraag

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg klaar
handboek Impact Nu p. 31 
Pc --> LessonUp

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions